De TU-bibliotheek is vooral leuk om te bezoeken op zonnige dagen, want dan kun je er met een kleedje bovenop liggen! Het grasveld voor de bibliotheek loopt namelijk langzaam over in het dak van het gebouw.
Gebouw bibliotheek TU
In het midden zie je een enorme kegel. Die staat symbool voor techniek, en pint als een soort punaise landschap en bibliotheek aan elkaar vast. Maar neem ook binnen een kijkje, daar zie je een gigantische boekenkast die loopt van de begane grond tot aan het plafond. Het bibliotheekgebouw werd ontworpen door de inmiddels beroemde Francine Houben van Mecanoo Architecten. Het staat pal achter een iconisch pand, de zogeheten ‘Kikker’. Dat is een brutalistisch gebouw wat vooral betekent dat je veel beton ziet. En juist daarom werd de bibliotheek groen. “De kikker had gras nodig”, aldus Houben die het gebouw in 1998 voltooide.
Vlakbij het station in Delft staat een 19e-eeuws pand in neoclassicistische stijl. En iets verderop, staat werkelijk een exacte kopie. De gebouwen staan aan de Westvest destijds een statige singel met bomen. Daarom was ook het idee de gebouwen er uit te laten zien als een soort villa’s.
Architectuur
Het originele gebouw aan Westvest 9 werd gebouwd voor de Polytechnische School (de latere TU Delft) die toen gigantisch groeide. Dat was in 1865. De gemeentearchitect, C.J. De Bruyn Kops ontwierp het neoclassicistische gebouw. Het kreeg een gepleisterde middenrisaliet (de iets uitstekende voorgevel) en een fronton (dat driehoekje bovenop het gebouw). Tien jaar later had de school nog een gebouw nodig en werd de architect Eugen Gugel ingeschakeld. Hij vond dat er eenheid moest komen in de verschillende gebouwen van de hogeschool. Gugel nam geen halve maatregelen, en maakte van het gebouw aan Westvest 7 een exacte kopie van nummer 9. Destijds met elkaar verbonden door een vleugel. Nu rigoureus gescheiden door het iets minder charmante gebouw ertussen.
In 1998 werd het pand verbouwd door Niels Bakema, zoon van de beroemde architect Jaap Bakema. Bakema jr. maakte een indrukwekkende opgetilde overkapping in Westvest 9. De Vrije Akademie voor Kunstonderwijs (VAK) trok in het gebouw en gaf er cursussen muziek, theater, kunstgeschiedenis en meer. De VAK is in 2018 verhuisd; nu wordt het gebouw omgevormd tot appartementencomplex voor senioren.
Op voormalig militair oefenterrein verrees in 1915 de bibliotheek van de Technische Hogeschool (de latere TU Delft). Het prachtige gebouw is ontworpen in twee bouwstijlen, de neorenaissance en de neoclassicistische stijl.
Architectuur
Het gebouw werd ontworpen door Jan Vrijman. Hij ontwierp bijvoorbeeld ook het Academiegebouw en het Provinciehuis in Groningen, en in Delft ontwierp hij aan Ezelsveldlaan 61 het voormalige laboratorium voor Werktuig- en Scheepsbouwkunde . De TU-bibliotheek was de eerste in Nederland met een publieksgedeelte en een apart brandvrij magazijn. De bibliotheek moest echt het visitekaartje worden van de school. Het publieksgedeelte werd dan ook in uitbundige neo-Hollandse renaissance stijl gebouwd. Het gebouw heeft sierlijke topgevels, kruiskozijnen en speklagen. Het magazijn is neoclassicistisch. Je ziet dit bijvoorbeeld aan de zuilen (van baksteen) en voor de liefhebber, de ionische kapitelen. De erkers van het magazijn waren niet voor de sier maar waren plekken om stof van de boeken af te kloppen.
In 1923 werd het gebouw voor Weg- en Waterbouwkunde aangesloten op de bibliotheek. Deze werd ontworpen door Gerard van Drecht die bij Vrijman in dienst was. Het ontwerp is expressionistisch met decoratieve elementen in art deco. In 1975 verhuisde de faculteit naar de TU-wijk en nam de bibliotheek ook dit gebouw in gebruik. Later kwam ook de bibliotheek in die wijk te zitten, en is het gebouw omgebouwd tot appartementencomplex. In het voormalige publieksgedeelte zit nu een opleidingsinstituut.
Het pand werd oorspronkelijk gebouwd als faculteit Scheikunde, vandaar de watertoren (voor als een scheikundig proefje zou mislukken). Nu hebben de studenten Bouwkunde er les.
Het gebouw
Wie in Delft woont, weet er vast van of was er misschien zelfs bij: de brand in 2008 die de TU-faculteit Bouwkunde verwoestte. Het gebouw was niet meer te redden, dus er moest iets nieuws komen. En er was haast bij, want na de brand werd de faculteit tijdelijk gehuisvest in tenten. Daarom werd besloten het hoofdgebouw om te bouwen voor de studenten.
Gerard van Drecht ontwierp het hoofdgebouw in traditionalistische stijl met invloeden van de Amsterdamse School. Het gebouw werd ook wel De Rode Scheikunde genoemd, vanwege de rode steen. En maar liefst zes architectenbureaus hebben het gigantische gebouw omgevormd tot BK City. Om te illustreren hoe complex het gebouw was: in de Tweede Wereldoorlog zaten zowel Duitsers (het gebouw deed dienst als wapenopslag) als onderduikers in het pand. Daarom hebben de architecten een straat gemaakt die alle vleugels met elkaar verbindt.
De faculteit van binnen
Leuke ruimtes om te bekijken: de kantine Het Ketelhuis waar de muren en plafonds niet zijn afgewerkt, zodat de architecten in spe kunnen zien wat er schuil gaat achter de stenen. De oranjezaal waar de hoogte niet goed werd doorgegeven (even de stellage aan het plafond vergeten) waardoor het bovenste gedeelte van de tribune onbruikbaar is. En de leuke espressobar, gemaakt van gebruikt materiaal – de kozijnen van het gesloopte wooncomplex de Zwarte Madonna. En loop ook zeker langs de stoelencollectie, met exemplaren van bijvoorbeeld Rietveld en Le Corbusier. De collectie heeft de brand wonderwel overleefd (pikant detail: de miljoenen collectie werden tijdens de brand van het oude faculteitsgebouw even opgestapeld op straat). En vlakbij de stoelencollectie vind je de bibliotheek van Bouwkunde met een leuke desk van losse gestapelde boeken.