Het Huis van Waalwijk is het stralend middelpunt op het Waalwijkse Raadhuisplein. Het architectonische pareltje werd in 1932 neergezet als stadhuis en is nu een plek voor kunst en cultuur. Als je het Huis van Waalwijk bezoekt, vertellen enthousiaste vrijwilligers je graag meer.
Architectuur raadhuis van Waalwijk
Alexander Kropholler ontwierp meer dan honderd gebouwen in Nederland, maar is toch relatief onbekend. De architect werd beïnvloed door de – wel beroemde – Pierre Cuypers (bekend van het weelderige Rijksmuseum) en Hendrik Berlage (bekend van de strakke Beurs van Berlage). Niet echt een logische combinatie, maar dankzij dit raadhuis zie je dat het tot prachtig resultaat leidt. Het raadhuis dat hij ontwierp in Delftse Schoolstijl is een lust voor het oog, zowel van buiten als van binnen.
Het gebouw imponeert dankzij de opvallende trapgevel, de grote warmrode bakstenen en de charmante loggia. Op de gevel zie je subtiel aangebrachte details, zoals de mooie klok op het tegeltableau, en het iets prominenter aangebrachte wapen van Waalwijk. Bovenaan het bordes staan een zandstenen os en koe op de uitkijk, gemaakt door Lambertus Zijl. Zij symboliseren de leerindustrie en veeteelt waar Waalwijk bekend om stond.
Interieur
Binnen word je helemaal blij verrast. Kropholler ontwierp namelijk ook het interieur tot in detail én werkte samen met vele beeldende kunstenaars. Zo maakte zijn zus Julie de glas-in-loodramen die zorgen voor een kleurrijke lichtinval. Theo van Delft creëerde de overweldigende muurschildering in de trouwzaal. En alle vogel- en dierfiguren die je tegenkomt, zijn van de eerder genoemde Lambertus. Let verder vooral op de prachtige details in het gebouw, zoals de deuren van teakhout met handgesmede scharnieren en deurklinken, kleurrijke stenen, zandstenen zuilen en nog veel meer… De foto’s geven een impressie, maar het is zeker een aanrader om zelf een kijkje te nemen in het prachtige oude raadhuis van Waalwijk.
Het Museumpark barst van de moderne architectuur. Behalve het museum Boijmans Van Beuningen, die bouwstijl is juist traditioneel en ambachtelijk, naar Scandinavisch voorbeeld.
Gebouw Boijmans Van Beuningen
In 1928 ontwerpt stadsarchitect Ad van der Steur het gebouw. Zijn idee: geen overvolle wanden en slecht licht (zoals in het Schielandshuis waar de collectie eerst hing). En intieme ruimtes, omdat de kunst ook uit kleine ruimtes komt aangezien het vooral schenkingen van particulieren zijn. Als het gebouw in 1935 opent, wordt het meteen overladen met kritiek van andere architecten. In die periode is namelijk Het Nieuwe Bouwen in de mode: betonnen, lichte en zakelijke gebouwen zonder versieringen (pikant detail: pal tegenover het museum staan dan al tal van villa’s in die stijl). Terwijl Van de Steur kiest voor een traditionalistisch gebouw – geïnspireerd op Scandinavische architectuur – met bakstenen en zandstenen gevels. En een toren naar voorbeeld van het stadhuis van Stockholm, die alleen voor de sier wordt toegevoegd… een afschuwelijk uitgangspunt volgens de functionalisten (ter verzachting: van binnen kreeg het bergruimte).
De naam van het museum
Het begint allemaal met Boijmans, deze jurist laat zijn kunstcollectie na aan de stad Rotterdam. Leuk weetje: hij wil zijn collectie eigenlijk aan Utrecht schenken, maar die wijst hem af. En dus komt de kunst in 1849 in het Rotterdamse Schielandshuis te hangen. Maar een paar jaar later breekt er brand uit en precies op dat moment is de sleutel van de kunstopslag onvindbaar… het museum raakt in één nacht bijna zijn hele collectie kwijt. Dankzij het verzekeringsgeld kan het museum door en omdat dit zo goed loopt, staat er nu dit mooie gebouw in het Museumpark. En het Boijmans wordt de jaren erna steeds verder uitgebreid. Niet in de laatste plaats dankzij Daniël George van Beuningen die in 1958 zijn kunst schenkt aan museum.
Let op: het museum is momenteel gesloten vanwege renovatie. Maar het opent vanaf juni vijf weken lang voor een speciale kunsttoer Snakken naar Boijmans. En je kunt natuurlijk naar het gave Depot van Boijmans.