Het stadsarchief van Amsterdam vind je in het gigantische gebouw De Bazel, vernoemd naar zijn architect Karel de Bazel. Amsterdammers noemen het gebouw met zijn vrolijke lagen overigens vaak De Spekkoek. Elke zondagmiddag kun je met een gids mee langs de mooiste vertrekken.
Gebouw De Bazel
In 1926 wordt het pand neergezet voor de Nederlandsche Handelmaatschappij die de handel en industrie van Nederland moet bevorderen. Het gebouw heeft maar liefst 10 bouwlagen rondom twee lichte binnenplaatsen. En nu we het toch over afmetingen hebben: die bouwlagen zijn 31 meter hoog en de zijgevel 100 (!) meter lang. De bovenste 2 verdiepingen springen iets in, waardoor de gigantische kolos toch iets minder groot lijkt. En hij heeft een hele levendige uitstraling dankzij de afwisseling van natuursteen en baksteen.
Tijdens de rondleiding kom je door de mooiste vertrekken, zoals de Schatkamer met art déco-schilderingen op de muren en de plafonds. Daar is ook de vaste tentoonstelling waar je alles te weten komt de historie van de stad. Elke zondagmiddag kun je mee met de rondleiding door het Stadsarchief Amsterdam.
Nederland barst van de mooie, historische stadhuizen, maar heeft ook moderne hoogstandjes. En dan heb je het al snel over het raadhuis van Hilversum. Je kunt een rondleiding volgen door het mooie rijksmonument.
Over het raadhuis
Het raadhuis uit 1931 is het beste en beroemdste werk van Dudok. Het wordt gezien als één van de hoogtepunten van de moderne architectuur in Nederland en kreeg ook al snel in het buitenland erkenning. Vooral de strakke gevels en het kleurgebruik vallen op. De architect ontwierp ook het interieur en koos zelfs de lettertypen uit die gebruikt worden in het gebouw.
Je kunt een rondleiding volgen door het raadhuis waarbij de gids je meeneemt langs de grotendeels nog authentieke ruimtes. Tijdens de rondleiding beklim je, bij droog weer, ook de de 47 hoge toren. Bij helder weer heb je er prachtig uitzicht.
Zoiets als Het Schip zie je niet vaak. Het gebouw heeft daadwerkelijk de vorm van een schip en barst van de uitbundige versieringen. Het is een wooncomplex, maar er zit ook een leuk museum in. Museum Het Schip organiseert talloze activiteiten, zoals rondleidingen door het gebouw, lezingen, wandelingen, fietstochten en workshops.
Gebouw Het Schip
Het Schip wordt gebouwd tussen 1914 en 1921 als wooncomplex voor arbeiders. De architect Michel de Klerk is een belangrijk gezicht van De Amsterdamse School en dat zie je duidelijk terug. Het Schip heeft een uitbundige stijl, met veel baksteen, versieringen en expressieve kleuren. Bij het ontwerp draait het vooral om het uiterlijk, functionaliteit staat op de laatste plaats. Zo zijn er balkonnetjes die je niet kunt gebruiken en bijvoorbeeld een totaal nutteloze hoge toren. Maar allemaal even mooi met geweldige details, zoals een vogel van baksteen of een bakstenen sigaar op de hoek van de gevel.
De woningen zijn van alle gemakken voorzien en worden dan ook onthaald als ‘paleizen voor arbeiders’. Dat is ook niet gek, want in die tijd woonden veel arbeidersgezinnen in donkere, kleine krotwoningen. Tijdens de industriële revolutie was er namelijk ongekende woningnood in de stad (het is kennelijk van alle tijden). De revolutionaire Woningwet van 1901 maakte een eind aan de erbarmelijke woonomstandigheden. De overheid ging onder andere leningen verstrekken aan woningbouwverenigingen om huizen te laten bouwen waaraan we ook het geweldige Schip te danken hebben.
Je kunt naar tal van activiteiten in Museum Het Schip. Aanrader is het rondje Schip met een gids. Je hoort dan alles over de (ontstaans)geschiedenis van het Schip, de architect en de leuke details die hij in het gebouw heeft verwerkt.
Het Rijksmuseum is het meesterwerk van de beroemde architect Pierre Cuypers. Hij ontwierp bijvoorbeeld ook het Centraal Station van Amsterdam, de gebouwen lijken ook wel op elkaar. Je kunt een speciale audiotour volgen die helemaal gaat over het museumgebouw.
Bouw Rijksmuseum
Het museumgebouw heeft wel wat weg van een kerk, met veel torens, glas-in-lood en hoge gewelven. Het mooie gebouw wordt dan ook wel de kathedraal van Cuypers genoemd. Overigens is er bij de oplevering in 1885 veel kritiek op de neogotische (lees: katholieke) vorm. Maar het museumgebouw eert vooral de kunst. De talrijke versieringen in renaissancestijl verwijzen namelijk naar de collectie van het museum, zoals de borstbeelden en namen van kunstenaars op de buitenmuren. En in het voorportaal zie je diverse muurschilderingen, bijvoorbeeld van het prachtige Paleis op de Dam waar Pierre Cuypers een groot bewonderaar van was. En als je goed rondkijkt in de eregalerij waar de Nachtwacht hangt zie je allemaal verwijzingen naar Rembrandt; zijn initialen staan bijvoorbeeld op de muren en pilaren.
Renovatie museumgebouw
Het museumgebouw is tussen 2003 en 2013 ingrijpend gerenoveerd. Het is gemoderniseerd maar tegelijkertijd van binnen weer meer het gebouw van Cuypers geworden. Want er was door de eeuwen heen nogal aan gesleuteld; veel decoraties waren bijvoorbeeld verdwenen. De bezoeker moest dus even geduld hebben – de verbouwing duurde zelfs een jaar langer dan de oorspronkelijke bouw – maar het Rijksmuseum is nu mooier dan ooit. Met dank aan het Spaanse architectenbureau Cruz Y Ortiz. Paradepaardje van het bureau is het innovatieve bouwwerk aan het plafond van de entree voor de akoestiek.
Je kunt een audiotour volgen over het museumgebouw. Terwijl iedereen naar de Nachtwacht staat te kijken, hoor jij alles over de Eregalerij waarin het beroemde schilderij van Rembrandt hangt. Ook kom je langs de mooie Cuypersbibliotheek en andere architectonische hoogtepunten van het museum.
Het Muiderslot voldoet helemaal aan het romantische beeld dat je van een middeleeuws kasteel hebt; een vierkante burcht met dikke muren, hoektorens, kantelen en een slotgracht. De Hollandse graaf Floris V laat het rond 1285 bouwen. Je kunt het Muiderslot bezoeken; er zijn meerdere audiotours beschikbaar.
Geschiedenis Muiderslot
Het Muiderslot staat absoluut op een strategische plek, de Zuiderzee en de Vecht komen er namelijk samen. Alle schepen die voorbij varen, moeten bij tol betalen bij het Muiderslot. Hier verdient Floris een goede boterham mee, maar helaas loopt het uiteindelijk niet goed af met graaf. Hij werkt namelijk samen met verschillende edellieden om zijn grote grondgebied te beheren. Alleen zijn zij allerminst gelukkig met de graaf (kortgezegd omdat hij opkomt voor de boeren die onderdrukt worden door diezelfde adel). En dus nemen deze ‘bevriende’ edelen Floris op een gegeven moment gevangen op zijn eigen kasteel. Als de boeren uit de omgeving hem proberen te bevrijden, vermoorden de edellieden Floris op brute wijze in de buurt van het slot. Ook wordt het kasteel met grond gelijk gemaakt. Pas rond 1370 wordt het Muiderslot weer opgebouwd.
Daarna heeft het Muiderslot verschillende bewoners, waaronder de beroemde dichter P.C. Hooft. Na zijn dood raakt het slot steeds meer in verval en het scheelt niet veel of het kasteel wordt in 1825 gesloopt…. Gelukkig steekt koning Willem I daar een stokje voor. Het kasteel wordt weer onderhouden, en eind 19e eeuw grondig gerestaureerd. En misschien doet het romantische uiterlijk je vermoeden door wie? Inderdaad, door Pierre Cuypers die ook van Kasteel De Haar zo’n middeleeuws plaatje heeft weten te maken.
Er zijn diverse audiotours over het Muiderslot beschikbaar. Luister tijdens je bezoek naar de verhalen over de bouwgeschiedenis, de verdediging, het leven op een kasteel of de kasteeltuinen.
Het Paleis op de Dam wordt gezien als het meest prestigieuze gebouw van de 17e eeuw. Het wordt oorspronkelijk gebouwd als stadhuis, maar in de 19e eeuw omgevormd tot paleis. Je kunt het paleis bezoeken, met een leuke audiotour.
Gebouw Paleis op de Dam
In 1648 krijgt Jacob van Campen de opdracht het gebouw te ontwerpen. Het nieuwe stadhuis van Amsterdam moet de macht en rijkdom van de stad uitstralen, dus Van Campen pakt flink uit. De architect laat zich inspireren door de imposante regeringsgebouwen van het oude Rome en ontwerpt het stadhuis in classicistische stijl. Het krijgt een koepeltoren, een voorgevel met pilasters, een risaliet en fronton en beeldhouwwerk dat de macht van de stad symboliseert. Bovendien wordt het hele pand opgetrokken uit dure Bentheimer zandsteen uit Duitsland (nadeel van deze geelbruine steensoort is overigens dat die door weersinvloeden grijs kleurt). De technische uitvoering werd verzorgd door stadsbouwmeester Daniël Stalpaert. In 1654 vertrok Van Campen na een ruzie met het stadsbestuur, waarna Stalpaert de volledige leiding kreeg.
Leuk weetje: In 1715 is het idee om het nu wereldberoemde schilderij de Nachtwacht in het stadhuis op te hangen (tot die tijd hangt het in het Trippenhuis). De plek is ook al bepaald, namelijk tussen 2 deuren in de Kleine Krijgsraadzaal. Er is alleen een klein probleempje: het past niet. En wat doe je dan? Je knipt een paar stroken van het schilderij af (Rembrandt was toen duidelijk nog niet zo’n grote naam als nu)… Sindsdien is het wereldberoemde schilderij dat nu in het Rijksmuseum hangt, dus een stuk kleiner. Meer weten? Lees het leuke artikel De Nachtwacht: verborgen, vernield en verheerlijkt van Andere Tijden).
In 1806 benoemt keizer Napoleon Bonaparte zijn jongere broertje Lodewijk tot koning van Nederland. Twee jaar later neemt de koning het stadhuis in gebruik en laat het inrichten als koninklijk paleis. Dit heeft wel wat voeten in de aarde. De koude kantoren krijgen tapijten op de vloer en stoffen op de wanden. De voormalige gevangeniscellen worden omgebouwd tot wijnkelders. Ook moet er absoluut er een balkon komen; een koning moet zich immers tonen aan het volk. Maar het gebouw is hier totaal niet geschikt voor, waardoor het nu heel gek laag hangt.
Koning Willem-Alexander gebruikt het paleis voor staatsbezoeken en andere officiële ontvangsten. Het is verder zoveel mogelijk open voor publiek. Je kunt een audiotour volgen door de mooiste vertrekken van het gebouw. Je hoort alles over de architectonische hoogtepunten, maar ook interessante verhalen over de koning en zijn vrouw Hortense. Een tipje van de sluier: ze hadden allebei hun eigen slaapkamer in de uiterste hoeken van het gebouw, zo ver mogelijk van elkaar vandaan.