Tag archieven: OMD

Hotel des Indes, Den Haag

In 1858 werd dit stadspaleis gebouwd voor een Haagse baron. Zo’n 20 jaar later werd het een super de luxe hotel en dat is het nu nog steeds. Er verbleven al tal van beroemde gasten.

Eerst een feestpaleis

Het paleis werd gebouwd voor de heer Willem D.A.M. Baron van Brienen van de Groote Lindt en Dortsmunde. Hij was toen kamerheer van koning Willem III, in die tijd een erebaantje voor de adel. De baron woonde op landgoed Clingendael. Mooi, maar lastig te bereiken voor zijn gasten. En dus liet hij – voor anderhalve ton puur goud- dit feestpaleis bouwen in het centrum van Den Haag. Voortaan gaf hij hier zijn feesten. De Nederlandse architect Arend Rodenburg kreeg de opdracht om het riante paleis te bouwen. Het stadspaleis beschikte over een binnenhof, privé-verblijven, bediendekwartieren, een balzaal, maar ook stallen en een hooischuur. En niet te vergeten, een brede entree zodat je met je koets naar binnen konden rijden én keren. Dan werd je niet nat bij het uitstappen.

Super de luxe hotel

Na de dood van de baron werd het in 1881 een hotel. Het kreeg dezelfde naam als het beroemde hotel in Batavia om zo reizigers uit Nederlands-Indië te trekken. Daarom werd ook het wapen van Batavia aangebracht. Je ziet dit nog steeds op de koepel boven de entree. Toen al was het hotel het toppunt van luxe. Het had 120 kamers met op elke verdieping een badkamer. In die tijd ongekend! En het zat vol vernieuwingen. Het hotel kreeg wastafels met koud én warm stromend water en een bad. Iedere kamer kreeg een telefoonverbinding met de receptie. En er kwam een lift die werkte op druk van de duinwaterleiding. In 1925 had het hotel nog een primeur: het kreeg een gigolo, toen nog een onschuldige danser voor alleenstaande vrouwen. Het hotel nam de feestcultuur van de baron namelijk over; er waren destijds heel wat grootse feesten en exclusieve banketten.

Rampjaren

1931 was het jaar des onheils voor het hotel. De ballerina Anna Pavlova overleed aan een longontsteking in het hotel. En een paar maanden veranderde het gebouw bij een heuglijke gebeurtenis in een ravage. Op 2 augustus vierde Koningin Emma haar 73e verjaardag. Het hotel hing een feestelijke E met een kroontje voor het raam. Er ontstond kortsluiting, een grote brand en het gebouw liep veel schade op. Om het tij te keren, heeft het management bij het herstel hiervan gelijk een extra verdieping op het hotel geplaatst. Ook ten tijde van de Wereldoorlogen had het hotel het zwaar.  Tijdens WOI ging Hotel des Indes zo wat failliet, maar gelukkig werd het hotel gekocht door de Staat. Tijdens de Tweede Wereldoorlog werd het hotel gebruikt als ontmoetingsplek voor de Duitse bezetter, maar het moedige management bood tegelijkertijd onderdak aan Joodse onderduikers in de duiventil op het dak. Zij hebben de oorlog allemaal overleefd. Rond 1970 ging het hotel (weer) bijna failliet en dit keer verkocht de overheid het pand. Daarna heeft het verschillende eigenaren gehad. In 2005 en 2006 werd het gebouw weer geheel gerenoveerd en pas toen is de gevel geel geschilderd.

Beroemde hotelgasten

Je kunt geen artikel over Hotel des Indes schrijven zonder de beroemde gasten te noemen die er verbleven. Zoals danseres en vermeend spion, Mata Hari. En bijvoorbeeld:

  • In de categorie politiek: Roosevelt, Eisenhower, Churchill, Blair, Mitterrand en Chirac.
  • Artiesten: Michael Jackson, Prince en Josephine Baker (met haar pleegaap voor wie ze een aparte kamer huurde).
  • Schrijvers: Simon Carmiggelt, Hugo Camps en Thomas Mann.

Naar Hotel des Indes

Adres: Lange Voorhout 54-56, 2514 EG Den Haag

Hotel des Indes is tijdens Open Monumentendag te bezoeken.

Paleis Kneuterdijk, Den Haag

Verstopt in de bocht van Kneuterdijk staat een klein paleis. Willem II en zijn vrouw Anna Paulowna hebben er gewoond. Zij kregen het optrekje als huwelijkscadeau van Koning Willem I. Eens per maand kun je een rondleiding volgen door het voormalige paleis.

Gebouw Paleis Kneuterdijk

Het gebouw begon oorspronkelijk als woning. Johan Hendrik van Wassenaer Obdam (van adel dus) liet in 1717 een ontwerp maken van zijn gedroomde woonhuis. En dat kwam van niemand minder dan Daniel Marot die koos voor de statige Lodewijk XIV-stijl.

Pas een eeuw later kreeg het gebouw een koninklijk tintje. In 1816 kocht koning Willem I het optrekje namelijk als huwelijkscadeau voor zijn zoon, de latere koning Willem II, en diens vrouw Anna Paulowna. Je mag een gegeven paard natuurlijk niet in de bek kijken, maar mevrouw Paulowna sprong geen gat in de lucht… ze was in Rusland heel wat andere paleizen gewend. En dus liet het kersverse echtpaar het pand flink verbouwen (er wordt wel eens gezegd Marot het niet eens meer zou herkennen). Het moest een modern paleis worden en daarom en lieten ze bijna de hele gevel wit maken. Ook het interieur van het ‘Witte Paleisje’ werd aangepast aan de smaak van die tijd. En er kwam een gigantische Balzaal, want het koninklijk paar was dol op feesten en partijen. Op de verdieping daarboven werden de kamers voor de dienstmeiden ingericht. Met een extra trap zodat de koning ongezien de zolder kon bereiken, want volgens de overlevering zocht Willem II graag hun gezelschap op.

Gotische Zaal

Later werd het paleis uitgebreid met de Gotische Zaal. De koning had veel interesse in architectuur en besloot de bouwplannen voor deze zaal grotendeels zelf te maken. Let op: zonder hulp van een architect. Hij liet zich inspireren door het neogotische universiteitsgebouw Christ Church in Oxford dat tijdens zijn rechtenstudie veel indruk op hem maakte. Naast de Gotische Zaal liet hij rondom de tuin nog meer panden maken in die stijl. Maar het was geen succes. Vanwege bouwkundige gebreken zijn de gebouwen in 1882 gesloopt. Alleen de Gotische Zaal is blijven staan. De dochter van de koning, Prinses Sophie, trouwde er in 1842.

Paleis Kneuterdijk bezoeken

Adres: Kneuterdijk 20, 2514 EN Den Haag

Rondleiding

Het gebouw is in gebruik door de Raad van State. Je kunt eens per maand een rondleiding volgen door Paleis Kneuterdijk. Het gebouw is gratis te bezichtigen tijdens Open Monumentendag.

Trippenhuis, Amsterdam

Het Trippenhuis is het grootste 17e-eeuwse woonhuis in Amsterdam. Op het gebouw zie je talloze verwijzingen naar de eerste eigenaren; twee rijke wapenhandelaren.

Geschiedenis Trippenhuis

Het Trippenhuis uit 1662 is vernoemd naar de eerste bewoners, de broers Louys en Hendrik Trip. De gebroeders Trip waren ambitieuze wapenhandelaren die hun rijkdom wilden tonen door dit gigantische stadspaleis neer te zetten. Oorspronkelijk zaten achter de brede gevel twee huizen. Waarschijnlijk hebben de broers geloot om te bepalen wie links en wie rechts ging wonen. De familie Trip wilde het stadhuis op de Dam (het latere Paleis op de Dam) overtreffen. Het Trippenhuis heeft ook dezelfde bouwstijl: het Hollands classicisme. Bij deze stijl worden Grieken en Romeinen als voorbeeld genomen. Je ziet dit bijvoorbeeld aan het driehoekige fronton in het midden, dat doet denken aan een tempel.  De architect was Justus Vingboons, die dan weer de broer was van (de veel bekendere) Philips Vingboons.

Architectuur Trippenhuis

Het Trippenhuis barst van de verwijzingen naar het beroep van wapenhandelaar. De broers waren namelijk heel trots op hun werk. Ze zagen zichzelf niet als oorlogsmakers, maar als vredestichters. Want, uit oorlog komt vrede voort: ex bello pax. Zo zie je op het dak twee schoorstenen in de vorm van kanonnen. En op de voorgevel is het familiewapen te zien, omgeven door kanonnen en kogels. Olijf- en palmtakken symboliseren de vrede. In 1812 gaf koning Lodewijk Napoleon het Trippenhuis een nieuwe bestemming. Het door hem opgerichte wetenschappelijk instituut (de voorloper van de KNAW) trok in het gebouw. Ook het Vaderlands Museum voor Schilderijen en het Prentenkabinet (het huidige Rijksmuseum) kwam er te zitten. Vincent van Gogh bezocht het museum geregeld. In 1885 werd het huidige Rijksmuseum aan het Museumplein geopend. Toen werd de hele collectie daar ondergebracht.

Het kleine Trippenhuis

Tegenover het stadspaleis, staat een heel smal huisje. Dit wordt ‘het kleine Trippenhuis’ genoemd. Hierover gaat een bijzonder verhaal… De koetsier van familie Trip kwam regelmatig met zijn verloofde kijken naar het stadspaleis in aanbouw. Een keer verzuchtte hij: “Hadden wij maar een huis zo breed als voordeur!” De broers lieten daarop aan de overkant een woning voor hem bouwen met de overgebleven stenen van het paleis. Helaas is aan alle kanten bewezen dat dit verhaal niet waar is. Het kleine huis werd namelijk pas opgeleverd toen de broers Trip al lang onder de groene zoden lagen. Wat wel klopt: beide voordeuren van het stadspaleis zijn ieder bijna even breed als het kleine Trippenhuis. Lees het leuke artikel over de stadslegende: het kleine Trippenhuis op OnsAmsterdam. En ga je het (kleine) Trippenhuis bezichtigen, loop dan ook even door naar de Oude Hoogstraat, daar vind je het smalste huis van Nederland (en volgens sommigen zelfs van Europa).

Het Trippenhuis bezichtigen

Adres: Kloveniersburgwal 29, 1011 JV Amsterdam

De KNAW zit nog steeds in het Trippenhuis. Het gebouw is niet toegankelijk voor publiek. Op Open Monumentendag is het soms te bezoeken. 

Stadhuis van Delft

Het middeleeuwse stadhuis van Delft brandde in 1618 af. Behalve één toren, die in de middeleeuwen werd gebruikt als gevangenis: Het Steen. Na de brand liet het stadsbestuur een heel nieuw stadhuis bouwen, rondom de toren.

Delft vroeg Hendrick de Keyser het nieuwe stadhuis te ontwerpen. De architect en beeldhouwer was toch in de buurt, want hij maakte op dat moment het praalgraf in de Nieuwe Kerk voor Willem van Oranje (hij was even daarvoor vermoord door Balthasar Gerards die dan weer in gevangenis Het Steen terechtkwam). De Keyser werkte snel, het nieuwe stadhuis was twee jaar na de brand al klaar. Hij ontwierp het stadhuis in de late renaissancestijl. Een symmetrisch gebouw, met pilasters, een fronton boven de ingang en vele decoraties. Het prachtige beeld van Vrouwe Justitia – dat herinnert aan de vroegere rechtbank in het gebouw – springt het meest in het oog. Zij is omringd door obelisken, siervazen en schelpmotieven. In de 19e eeuw is het gebouw overigens – voor die tijd – gemoderniseerd; de de kruisvensters met glas-in-lood en luiken werden onder andere vervangen. Later is het gebouw gelukkig in oude staat hersteld.

Stadhuis Delft bezoeken

Adres: Markt 87, 2611 GS Delft

Het stadhuis is alleen te bezoeken op Open Monumentendag. Ook is het een gewilde trouwlocatie (leuk om te weten: de beroemde kunstschilder Johannes Vermeer  ging er in ondertrouw). De middeleeuwse gevangenis Het Steen is te bezichtigen in schoolvakanties.

Stadhuis Leiden

Met het stadhuis van Leiden is iets bijzonders aan de hand. Alleen de voorgevel is namelijk bewaard gebleven – overigens met zijn 86 meter wel gelijk de langste renaissancegevel van Nederland! De rest van het gebouw brandde in 1929 compleet af.

Na de brand werd achter de 16e-eeuwse gevel een nieuw stadhuis gemaakt. De inrichting kreeg een duidelijk thema: marmer. De vloeren, muren, pilaren….van marmer dus. Wat je ook zal opvallen, zijn de werken die de beroemde M.C. Escher maakte voor het gemeentehuis. Zoals de prachtige vloer in de raadzaal en de bijzondere klok. De 16e-eeuwse gevel werd ontworpen door Lieven de Key. Je ziet een imposante bordestrap voor de ingang, drie topgevels en tal van decoraties. Bijvoorbeeld twee beelden die de Tijd en de Eeuwigheid voorstellen.

Stadhuis Leiden bezichtigen

Adres: Stadhuisplein 1, 2311 EJ Leiden

Op Open Monumentendag kun je een leuke rondleiding volgen door het gebouw waarbij je meer hoort over de geschiedenis van het stadhuis en van Leiden.

De Delftsche Sport, Delft

In 1914 werd een compleet nieuw boothuis vastgemaakt aan een 16e-eeuwse toren. Het ontwerp kwam van Han van Meegeren, later beroemd als meestervervalser van Vermeer. En ook hier is echt niet van nep te onderscheiden.

Gebouw De Delftsche Sport

Bij de oprichting in 1885 zat de roeivereniging in een houten loods vlakbij de Gist- en Spiritusfabriek. In dit schuitenhuis waren geen kleedkamers, douches en er was zelfs geen toilet. Dus toen het aantal leden groeide, ging de vereniging op zoek naar een ander clubgebouw. En kwam op het idee om de -toen sterk vervallen- Sint-Huybrechtstoren van de gemeente te kopen. Han van Meegeren maakte een clubgebouw van de 16-eeuwse toren (in de 16e eeuw liet de gemeente Delft maar liefst 22 torens in de stadswallen bouwen, als uitzichtpunt of voor de opslag van wapens). Van Meegeren was destijds student Bouwkunde in Delft en al een paar jaar lid van de roeivereniging. Hij knapte de toren op, waarbij de verdwenen bovenste verdieping werd gereconstrueerd en vensters werden aangebracht. En hij ontwierp het neoromantische boothuis dat aan de toren vast kwam te liggen. Ook hier is echt en nep niet van elkaar te onderscheiden. Het boothuis zou zo uit de 16e eeuw kunnen komen.

Nieuwe vleugel

In de jaren 90 dreigde het hele gebouw vanwege de toegenomen scheepvaart langzaam in de Schie weg te zakken. Het clubgebouw was nodig aan herstel toe en bovendien (weer) te krap geworden door het groeiend aantal leden. In 2005-2006 werd het gebouw gerenoveerd en kreeg het een nieuwe transparante vleugel met douches en kleedkamers. Daar bovenop een dakterras met mooi uitzicht over de Schie.

De Delftsche Sport (DDS) bezichtigen

Adres: Oostplantsoen 140, 2611 WN Delft

Het gebouw is alleen van binnen te bekijken op Open Monumentendag.

Hoofdkantoor Gist- en Spiritusfabriek, Delft

Dit unieke hoofdkantoor van de Gist- en Spiritusfabriek is gebouwd in de Um-1800 stijl. Die komt niet heel veel voor in Nederland. De prachtige hal in het gebouw doet denken aan een station; de architect zou nog een ontwerp hebben liggen voor een station in Vlissingen dat nooit werd gebouwd.

Geschiedenis

Jacques van Marken had meerdere fabrieken in Delft. Zoals de Gist- en Spiritusfabriek (het latere Gist Brocades, inmiddels DSM). In 1905 liet hij dit hoofdkantoor bouwen. Van Marken was een bijzondere directeur en zorgde ongekend goed voor zijn medewerkers. Zijn motto: ‘de fabriek voor allen, allen voor de fabriek’. Lees meer over Jacques Van Marken.

Architectuur

De architect van het gebouw was Bastiaan Schelling met assistentie van Karel Muller. Schelling ontwierp overigens ook de Lijm- en Gelatinefabriek (nu Lijm en Cultuur) voor van Marken. Het hoofdkantoor is gebouwd in de minder bekende Um 1800-stijl met veel gebruik van natuursteen en tal van torentjes, erkers en ornamenten. Het middendeel van de voorgevel doet denken aan een historische stadspoort, door de torentjes en de ronde entree.

Tijdens Open Monumentendag werd verteld dat meneer Schelling niet zoveel tijd had voor dit gebouw. En dus gebruikte hij een ontwerp dat hij nog had liggen…van een station in Vlissingen (dat nooit werd gebouwd). Met wat aanpassingen zou hij het ‘Grote Kantoor’ hebben ontworpen. En de prachtige hal doet inderdaad denken aan een station. De hal heeft een gewelfde glazen overkapping met rondom galerijen. De zuilen op de galerijen hebben verschillende versieringen en in het trappenhuis zie je een gigantisch glas-in-loodvenster. En helemaal bijzonder, de ronde bakstenen zijn speciaal voor het gebouw gemaakt.

Hoofdkantoor Gistfabriek bezichtigen

Adres: Wateringseweg 1, 2611 XT Delft

Het gebouw is alleen van buiten te bezichtigen.

Oude Kerk, Delft

Inwoners van Delft noemen hem de Oude Jan, of Scheve Jan. Op Tripadvisor is het ‘de toren Pisa van Delft’. De toren van de Oude Kerk staat dan ook bijna 2 meter uit het lood. In de prachtige, middeleeuwse kerk liggen beroemde Delvenaren begraven.

De naam Oude Jan

1246 wordt gezien als het geboortejaar van de kerk en kreeg toen de naam Sint Hippolytuskerk. De oplettende lezer vraagt zich misschien af waarom hij dan de Oude Jan wordt genoemd. Hiervoor gaan we terug naar 1573. Vanaf dat moment werden veel kerken protestants en was het not done om een kerk te vernoemen naar een heilige. Dus de kerk had een andere naam nodig. Toen Delft een tweede kerk kreeg, was dat in de volksmond onmiddellijk de Nieuwe Kerk en werd de kerk ‘formerly known as Hippolytus’ automatisch de Oude Kerk. Met als bijnaam de Oude Jan. Waarom Jan? Misschien een ietwat teleurstellend antwoord: het was nu eenmaal een vaak voorkomende naam in die tijd.

Bouw Oude Kerk

Waarschijnlijk stond rond 1050 in de oudste straat van Delft (‘de Oude Delft’) al een tufstenen kerkje. In het kort: tufsteen is uitgespuwd as van een vulkaan dat later is verhard tot gesteente. In 1246 werd de kerk uitgebreid. Er kwamen twee zijbeuken en een koor. Later wordt de kerk aangrijpender aangepakt en breidt zich langzamerhand uit tot een kerk in de gotische stijl. Belangrijkste kenmerk van deze stijl zijn de gewelven en hoge ramen. In 1325 wilde men een toren aan de kerk bouwen. Eén probleem: er was geen plek voor, omdat de kerk pal aan de gracht was gebouwd. Maar we waren toen al goed met water; de gracht werd gedempt en daarop werd de toren gebouwd…dat was alleen niet zo’n stevige ondergrond voor een 75 meter hoge toren. Al tijdens de bouw begon de toren te verzakken. Maar men stabiliseerde de boel en bouwde het bovenste deel van de toren (wel) recht in het lood. Daarom zie je een knik in de toren.

Verschillende steensoorten en ramen

Wat je verder zal opvallen, zijn de verschillende steensoorten. Begin zestiende eeuw wilde men de kerk namelijk volledig van natuursteen maken, in plaats van baksteen. Dus kwam er een dwarsschip dat er nog steeds anders uitziet dan de rest. Vooral door de Reformatie bleef het hierbij. In 1536 raakte de kerk zwaar beschadigd door de grote stadsbrand. Maar de kerk werd pas echt geraakt tijdens de de Delftse buskruitramp. De kerk stond namelijk niet al te ver van het magazijn waar destijds het buskruit werd opgeslagen. Toen dat tijdens de ‘Delftse donderslag’ in 1654 ontplofte, raakte de kerk al zijn gebrandschilderde ramen kwijt. Voor het herstel werd een collecte gehouden in buurgemeenten. Jammer genoeg werd het geld gebruikt om de ramen te vervangen door gewoon glas of dicht te maken (een raam is zelfs nog steeds dichtgemetseld). Pas in de twintigste eeuw kreeg de kerk weer glas-in-lood ramen, gemaakt door Joep Nicolas.

Interieur

Tijdens de beeldenstorm is zo ongeveer het hele interieur gesloopt. Op de preekstoel na, die stamt uit 1548 en is nog te bewonderen. In de kerk zie je veel graven van beroemdheden. Johannes Vermeer stierf onbekend en had een totaal onopvallende grafsteen, maar werd in 2007 geëerd met een grote gedenksteen. Piet Hein werd juist onder grote belangstelling begraven en kreeg een indrukwekkende witmarmeren steen met zijn eigen beeltenis. Het praalgraf van Maarten Tromp is voor zover mogelijk nog bombastischer dan dat van Piet Hein. Zijn beeltenis wordt omgeven door oorlogstuig als schilden en bijlen. En Anthonie van Leeuwenhoek (de uitvinder van de microscoop) ligt begraven in de kerk. Zijn dochter zorgde voor een mooi praalgraf.

Bijna gesloopt

In de middeleeuwen waren de nonnen in het Sint Agathaklooster (nu het Prinsenhof) de overburen van de kerk. Zij vonden de scheve toren maar dreigend en vertrouwden het totaal niet. Als het hard stormde, gingen ze aan de andere kant van het klooster slapen, omdat ze bang waren dat de toren zou omvallen. Gelukkig was de toren stabieler dan hij eruitzag. Maar in de 19e eeuw was de toestand van de toren niet meer zo best. Het gemeentebestuur was bang dat hij zou instorten en wilde hem laten slopen. Na fel protest is gelukkig besloten de toren te restaureren.

De Oude Kerk bezoeken

Adres: Heilige Geestkerkhof 25, 2611 HP Delft

De kerk is zes dagen per week te bezichtigen. Met een entreekaartje kun je ook de Nieuwe Kerk bezoeken. 

Fundatie van Renswoude, Delft

Dit prachtige 18-eeuwse pand in Lodewijkstijl werd gebouwd als school voor talentvolle wezen. Het heeft tal van bijzondere details. In het achterhuis zie je een bijvoorbeeld een kindervoetjes-vloer, gemaakt door met blote voeten gedoopt in donkere verf, over een lichte gebeitse vloer te lopen.

Geschiedenis

Het geld voor de school kwam van ene Maria Duyst van Voorhout. Zij werd op twaalfjarige leeftijd zelf wees en stierf op haar 92e kinderloos, en steenrijk! Ze wilde dat haar vermogen werd gebruikt voor onderwijs aan wezen, waarvoor een stichting werd opgericht: de Fundatie van Renswoude. De kinderen kregen les in bijvoorbeeld waterbouw, scheepsbouw en wiskunde, en kregen kost en inwoning.

Architectuur

De Zwitserse Joseph Bollina ontwierp de Delftse ambachtsschool in 1759. Het werd een statig pand met alle kenmerken van de Lodewijk XV-stijl. Let bijvoorbeeld op de lijstgevel en het decoratief snijwerk om de ramen. Op de hoeken van de gevel zie je geblokte lisenen (stroken die iets uitsteken en de muur in vlakken verdelen). En bovenin uitbundig versierde consoles die het gewicht van de kroonlijst dragen. Boven de ingang hangt een tekst ter ere van Maria, in goudkleurige letters en omgeven door krullende ornamenten.

Inrichting

Ook als je binnenkomt, word je blij verrast. Vooral door het prachtige stucwerk; op de plafonds, boven de schouw, het hele pand barst ervan. In de regentenkamer zie je bijvoorbeeld de godin van de wijsheid, Minerva, omringd door putti met attributen van kunst en wetenschap. Wat ook opvalt in de kamer is de bruinrode wandbespanning die bekend staat als Velours d’Utrecht (want: van een Utrechtse weverij met stof van stof van geitenhaar). In het achterhuis zie je een zogenaamde kindervoetjes-vloer, gemaakt door met blote voeten gedoopt in donkere verf, over een lichte gebeitse vloer te lopen. Als je goed kijkt, kun je de hielen nog onderscheiden. En iets verderop is in het raam zelfs een 18e-eeuwse kwajongensstreek te zien. Fredrik Willem Conrad, later inspecteur-generaal van wat we nu Rijkswaterstaat noemen, graveerde zijn naam in een venster toen een docent hem de gang op had gestuurd.

Fundatie van Renswoude bezoeken

Adres: Oude Delft 49, 2611 BC Delft

Het gebouw is gratis te bezichtigen op Open Monumentendag. Sinds 1936 is het gebouw in handen van de Vereniging Hendrick de Keyser (die historische panden opkoopt om ze te behouden). De Fundatie, die nu studiebeurzen verstrekt aan jongeren, vergadert nog in de regentenkamers. 

Kruithuis, Delft

Het mooie 17e-eeuwse Kruithuis werd ontworpen door de beroemde architect Pieter Post. Vroeger lag hier buskruit opgeslagen, veilig ver buiten de stad.

Geschiedenis

In 1660 werd het Kruithuis aan de Schiekade gebouwd, ver van de binnenstad. De stad had namelijk net daarvoor de buskruitramp meegemaakt….Op 12 oktober 1654 ontplofte aan de Geerweg, in het centrum van Delft, een gigantische opslagplaats vol buskruit. Volgens de overlevering was de ontploffing tot op Texel te horen. De ravage was enorm; een deel van het gebied werd volledig weggevaagd en er vielen honderden doden. De ramp staat bekend als de Delftse Donderslag. De oorzaak van de explosie is overigens nooit officieel vastgesteld. Waarschijnlijk sloeg een vonk uit de lantaarn van de beheerder over op het buskruit. Na de ramp werden op het terrein woningen gebouwd. Een deel werd vrijgehouden; de huidige Paardenmarkt.

Gebouw Kruithuis

De toparchitect Pieter Post ontwierp het Kruithuis. Hij is onder andere bekend van Huis ten Bosch en het Johan de Witthuis in Den Haag. Het complex heeft een prachtig poortgebouw, versierd met het wapen van de Staten-Generaal. In de kamer bovenin het poortgebouw is het wapen in de houten schouw aangebracht. Het complex bestaat verder uit een pakhuis, kuiphuis en wachthuis. En natuurlijk de twee kruittorens. Die staan in de vijver, extra veilig. Met dubbele deuren en sloten van koper (geen ijzer, om vonkvorming te voorkomen). En de muren zijn dikker dan het dak. Idee was dat bij een ontploffing dan alleen het dak de lucht in zou vliegen.

Kruithuis bezoeken

Adres: Schiekade 2, 2627 BL Delft

Het Scoutcentrum Delft zit nu in het Kruithuis. Het terrein is overdag vrijwel altijd open voor een bezoekje van voetgangers. Je kunt de gebouwen alleen van buiten bezichtigen.

Bacinol 2, Delft

Dit stoere gebouw uit 1932 is nu een culturele en culinaire hotspot: Bacinol 2. De naam Bacinol dankt het gebouw aan geheime experimenten tijdens de Tweede Wereldoorlog.

Ontwerp Bacinol 2

In dit gebouw zat het hoofdkantoor van de Koninklijke Fabriek F.W. Braat. Vooral bekend door zijn stalen kozijnen. Bacinol 2 werd ontworpen door Jan de Bie Leuveling Tjeenk, in de stijl van het Nieuwe Bouwen. Het bestaat uit gewapend beton, gele bakstenen en -uiteraard- stalen vensters van Braat zelf. Dit visitekaartje van het bedrijf wilde de architect duidelijk laten terugkomen. Er is zelfs geen enkel stukje hout toegepast in het gebouw. In het trappenhuis zit een stalen lift met een zeldzame (en nu verboden) open ombouw. Maar de echte blikvanger is het gigantische glas-in-lood raam dat over de volle hoogte is aangebracht. Het glas-in-lood raam werd ontworpen door de Hongaarse kunstenaar Vilmos Huszár. Hij is het meest onbekende lid van kunststroming De Stijl. Sterker nog, hij was een van de oprichters en werkte dus nauw samen met onder andere Piet Mondriaan en Theo van Doesburg. Maar niet lang na de oprichting maakte de kunstenaar zich los van De Stijl en ging zijn eigen weg.

De naam Bacinol

Bacinol 2 suggereert een Bacinol 1. Dat klopt, maar dat gebouw (dat hoorde bij Koninklijke Gist- en Spiritusfabriek) moest in 2009 wijken voor de spoortunnel van het nieuwe station Delft. De naam Bacinol dankt het gebouw overigens aan geheime experimenten tijdens de Tweede Wereldoorlog. In het gebouw deden ze proeven met -toen net uitgevonden- penicilline. Ze wilden niet dat de Duitsers gebruik konden maken van het medicijn, dus produceerden ze onder de codenaam Bacinol.

Bacinol 2 bezoeken

Adres: Hooikade 13 2627 AB Delft

Het restaurant Huszár organiseert op Open Monumentendag vaak rondleidingen door het gebouw. Leuk weetje: het restaurant is vernoemd naar de kunstenaar van het glas-in-lood werk. Leuke bijkomstigheid was dat de grootvader van het familiebedrijf vroeger huzaar (soldaat te paard) bleek te zijn. Zijn megafoto is verwerkt in de glazen wand in het café.

Prinsenhof, Delft

Het Prinsenhof is natuurlijk vooral bekend vanwege zijn beroemde bewoner, prins Willem van Oranje. De prins is daar op 10 juli 1584 vermoord, de kogelgaten zitten nog in de muur.

Gebouw Prinsenhof

Het Prinsenhof was al sinds 1403 een groot en welvarend klooster. In Tachtigjarige Oorlog komt Delft in handen van de opstandelingen en wordt het Agathaklooster in beslag genomen door de stad. In 1572 trekt Willem van Oranje in het gebouw. De leider van de opstand tegen het Spaanse Rijk, verhuist vanuit Den Haag naar het veilige Delft met zijn grachten en stadsmuren. De nonnen mogen overigens wel in de zijvleugel van het klooster blijven wonen, maar er mogen geen nieuwe nonnen toetreden.

Het gebouwencomplex blijkt heel geschikt als hof voor de prins. De nonnen van het klooster waren zeer welvarend en hadden het steeds verder uitgebreid. In de 16e eeuw bestaat het complex uit een grote kapel, een kapittelzaal, een eetzaal, woonvleugels, dienstgebouwen en een gastverblijf. De slaapkamer van Willem van Oranje is op de eerste verdieping, waar hij mooi zicht heeft op de Oude Kerk. Alleen de smalle wenteltrappen in het kloostergebouw zijn niet handig en daarom wordt een brede ‘staatsietrap’ aangelegd. En zoals je misschien bekend is, wordt op diezelfde trap, op 10 juli 1584, Willem van Oranje vermoord. De kogelgaten zitten nog in de muur en zijn te zien in het gebouw.

Museum Prinsenhof

Na de dood van de prins krijgt het complex verschillende functies, zoals Latijnse School en kazerne. Daarna trekt Museum Prinsenhof erin. In 1996 wordt het museum uitgebreid met de prachtige Van der Mandelezaal van Mick Eekhout; de voormalige binnenplaats van het klooster krijgt een ingenieuze, glazen overkapping: een mix van klassieke en moderne architectuur.

Prinsenhof bezoeken

Adres: Sint Agathaplein 1, 2611 HR Delft

Bekijk ook

Nieuwe Kerk, Delft

Een trouwe bezoeker van deze site wilde graag meer weten over de Nieuwe Kerk. En het beroemde gebouw mag hier ook niet ontbreken. De op een na hoogste kerk van Nederland torent in de stad overal bovenuit, en wordt dagelijks door talloze toeristen bewonderd.

Bouw Nieuwe Kerk

In de 14e eeuw besluit het stadsbestuur de Nieuwe Kerk te bouwen. En dat is niet zomaar. Een inwoner van Delft had dertig jaar lang  jaarlijks een visioen over een kerk op deze plek, en laat het bestuur niet met rust totdat die er kwam. Wat je noemt selffulfilling prophecy. De stad had al een kerk (nu bekend als de Oude Kerk), daarom heet deze de Nieuwe Kerk. In 1381 wordt eerst een houten noodgebouw neergezet en een paar jaar daarna wordt daaromheen een stenen laatgotische kruisbasiliek gebouwd. Zoals bij zoveel kerken verloopt de bouw in fasen. De toren is in 1496 is klaar, bestaande uit een vierkant voetstuk, daarboven twee achtkanten en een appelvormige torenspits. 

Rampspoed

Op 3 mei 1536 legt een enorme brand half Delft in de as. In de kerk gaan onder andere het orgel, de klokken en de gebrandschilderde ramen in vlammen op. Een paar jaar later verwoest een woedende menigte de altaren, kerkbanken en biechtplaatsen tijdens de beeldenstorm. En net nadat de rust is wedergekeerd, volgt in 1654 de ontploffing van het kruithuis (zie het artikel over het Kruithuis) waardoor de rest van de glas-in-loodramen verloren gaat. Maar daarmee is het nog niet klaar voor de kerk. In 1872 slaat opnieuw de bliksem in de spits. Zo’n drie jaar later laat de beroemde Pierre Cuypers er een nieuwe op zetten en die wordt extra hoog, omdat omdat men de Utrechtse Dom wil overtreffen. Maar de Domtoren wint het met 112 meter toch net van de ruim 108 meter hoge Nieuwe Kerk. O ja, en veel mensen vragen zich af waarom het bovenste deel van de toren pikzwart is. Dit heeft niets met de brand te maken, maar met de soort steen die werd gebruikt; de  Bentheimer zandsteen die door weersinvloeden steeds grijs en zelfs zwart kan worden.

Praalgraf Willem van Oranje

In 1584 wordt Willem van Oranje begraven in de kerk. Puur toeval, omdat Breda bezet is door de Spanjaarden wordt hij niet in zijn familiegraf maar in zijn woonplaats begraven (door deze geschiedenis worden nu alle Oranjes in Delft begraven). In 1614 begint architect en beeldhouwer Hendrick de Keyser aan een imposant praalgraf voor de prins. Aan de voet zie je de hond van Willem, want zij hadden een bijzondere band; na de dood van zijn baasje weigert de hond nog te eten en sterft drie dagen later. Terwijl De Keyser bezig is met het praalgraf,  mag hij overigens meteen een nieuw stadhuis van Delft ontwerpen, want het middeleeuwse stadhuis brandde even daarvoor af. Als De Keyser een paar jaar later sterft, is het stadhuis al klaar, maar het praalgraf nog niet; zijn zoon Pieter heeft dit voltooid.

Nieuwe Kerk Delft bezoeken

Adres: Markt 80, 2611 GW Delft

De kerk is zes dagen per week te bezoeken. Je kunt ook de gigantische toren beklimmen voor een prachtig uitzicht over de stad. Met een ticket kun je ook gelijk de Oude Kerk bezoeken. 

Stadhuis van Haarlem

Misschien denk je bij het zien van dit stadhuis: wat een allegaartje… En dat is ook zo. Het stadhuis van Haarlem is een samenraapsel van verschillende gebouwen en bouwstijlen.

Het oudste gedeelte gaat helemaal terug tot 1370.  In de eeuwen daarna werd het pand flink verbouwd en uitgebreid. Zo werd in de 16e eeuw het nabijgelegen klooster toegevoegd aan het gebouw. In de 17e, 18e en 19e eeuw werd het gebouw verder uitgebreid en vernieuwd. En de toren die je ziet? Die stamt dan weer uit 1913. In het stadhuis verwijst de Gravenzaal – nu populair als trouwzaal – naar het verleden van de locatie. Oorspronkelijk stond op deze plek  namelijk een 13e-eeuws jachtslot van de Graven van Holland. Maar dit brandde af, in die tijd vonden nogal wat stadsbranden plaats. Ook bijvoorbeeld het stadhuis van Delft ging daardoor verloren.

Stadhuis Haarlem bezoeken

Adres: Grote Markt 2, 2011 RD Haarlem

Dagelijks kun je onder het stadhuis naar de (gratis) expo Anno Haarlem, waar je in een korte tijd meer te weten komt over de geschiedenis van de stad.

Ridderzaal, Den Haag

Het Binnenhof is al eeuwenlang het politieke centrum van Nederland. Met een van de oudste gebouwen van Den Haag: de Ridderzaal uit 1280. Destijds een feestpaleis, tegenwoordig stralend middelpunt tijdens Prinsjesdag. 

Bouw Ridderzaal

In 1248 start de bouw van de Ridderzaal. Deze ‘Grote Zaal’ is bedoeld als feestpaleis van de graven.  en wordt gebouwd in opdracht van de zoon van Floris IV , genaamd graaf Willem II (zo’n beetje alle belangrijke bestuurders heetten vroeger Willem. Als je wilt, kun je hem opzoeken in de stamboom van Haagse Tijden) maar hij overlijdt voordat het gebouw klaar is. Zijn zoon, graaf Floris V, maakt het karwei af. In 1280 is de Ridderzaal voltooid.

Restauratie Ridderzaal

Rond 1861 restaureert rijksbouwmeester W.N. Rose de Ridderzaal. Een totale ramp. Zo denkt hij dat de imposante houten kap niet uit de middeleeuwen kan stammen, en laat deze zonder pardon weghalen. Dat komt hem op veel kritiek te staan. Gelukkig herstelt de beroemde Pierre Cuypers de Ridderzaal later in middeleeuwse (neogotische) stijl . Zo wordt de houten kap naar oorspronkelijk model teruggebracht en krijgt het gebouw een portaal voor de hoofdingang, net als twee torenspitsen. Ook krijgt het een compleet nieuwe inrichting, inclusief troon. Begin 1900 is de restauratie afgerond.

Pas na de restauratie van Cuypers wordt de Ridderzaal officieel de troonzaal waar de koning op Prinsjesdag de troonrede voorleest. In de periode daarvoor – toen de graven vertrokken waren – is de Ridderzaal overigens voor de gekste dingen gebruikt. Bijvoorbeeld voor trekkingen van de Staatsloterij (daarom werd hij ook wel de Loterijzaal genoemd). En het mooie gebouw heeft zelfs een tijdje dienst gedaan als magazijn…

Over het Binnenhof

Vanaf de 13e eeuw zijn er steeds gebouwen toegevoegd aan het Binnenhof. In de 19e eeuw groeide de overheid en zijn oude gebouwen veelal vervangen. Nu zie je dan ook vooral gebouwen in neostijl.

Ridderzaal bezoeken

Adres: Binnenhof 14, 2513 AA Den Haag

Rondleidingen en wandelingen

Het Binnenhof is vrij toegankelijk. Wil je binnen een kijkje nemen, bijvoorbeeld in de Eerste of Tweede Kamer? Bekijk dan de rondleidingen op het Binnenhof van Prodemos.