Het Houten Huys stond lang bekend als het oudste huis van Amsterdam. Maar toen werden twee ontdekkingen gedaan…
Bouwjaar Houten Huys
Men dacht altijd dat het huis vlak na de grote stadsbrand van 1452 werd gebouwd, totdat experts besloten nader onderzoek te doen. Dankzij de jaarringen in het hout kwamen zij erachter dat de woning bijna een eeuw later is neergezet, namelijk in 1528. Daarmee raakte het Houten Huys gelijk zijn eerste plek kwijt. Want in 2012 deed een bouwinspecteur nog een andere bijzondere vondst. In een huis aan de Warmoesstraat, een van de oudste straten van Amsterdam, ontdekte hij bij toeval een houtskelet uit de late middeleeuwen. Jaarringenonderzoek op het hout bood weer uitkomst, het kwam uit 1485! Daarmee werd het pardoes het oudste huis van Amsterdam. Helaas is daar meer niets van te zien, omdat de woning in 1800 een nieuwe voorgevel kreeg.
Meer houten gebouwen in Amsterdam
Als je een kijkje wilt nemen bij deze eeuwenoude huizen, raad ik aan om bij het Houten Huys te beginnen. De woning heeft echt nog een middeleeuwse uitstraling en staat in het charmante Begijnhofje, een goed bewaard geheim midden in het centrum van Amsterdam. Aanrader is om daarna via de Warmoesstraat 90 (het echt oudste huis) naar de Zeedijk te lopen. Op nummer 1 zie je namelijk het enige andere houten gebouw in de stad, Café In ’t Aepjen. Het verhaal gaat dat daar de bekende uitdrukking ‘in de aap gelogeerd’ is ontstaan. Of dat waar is, lees je in het leuke artikel In de aap gelogeerd zijn van Historiek. En als je toch op pad bent is ook de Oude Kerk een bezoek waard, dat is namelijk het oudste gebouw van de stad.
Het Gemeenlandshuis uit begin 1500 is het oudste woonhuis van Delft. Zoals je ziet, was de eigenaar nogal rijk. Dit was te danken aan de grote bierproductie in de stad, want hij inde daar namelijk een soort belasting op. De versieringen op het gebouw verwijzen hier nog naar.
Geschiedenis Gemeenlandshuis
Destijds dronken mensen bier als water, simpelweg omdat het water te vervuild was. Jan de Huyter was pachter van hop (inde een soort belasting) en vergaarde zo een fortuin. Daarmee kon hij dit gigantische huis bouwen; de hopbelletjes op het ‘Huyterhuis’ herinneren hier nog aan. Verder kreeg het gotische huis een hoge trapgevel die bedoeld was als uitkijktoren; een absoluut statussymbool voor De Huyter. De prachtige wapens boven de toegangsdeur werden in 1645 aangebracht toen het Hoogheemraadschap van Delfland het gebouw kocht; vanaf dan het ‘Gemeenlandshuis’ genoemd. De wapens werden ontworpen door de beroemde architect Pieter Post. En let ook op de mooie vergulde zeemeerman als windvaan op het torentje. Helemaal geweldig is het riddertje naast de toegangsdeur. Die noem ik even apart, want die wordt vaak over het hoofd gezien. De oorspronkelijke dakruiter ontdekten archeologen tijdens de restauratie van 1988.
Bewoners en gasten
Het huis heeft opvallende bewoners en gasten gehad. Toen Karel V in 1541 Delft bezocht, logeerde hij in dit huis bij Jan de Huyter. De Huyter had namelijk goede relaties met het hof. Later werd het huis bewoond door Maria van Nassau, een dochter van Willem van Oranje. Maria en haar man Philips van Hohenlohe hadden maar liefst zesentwintig man personeel in dienst. Het huis werd in die tijd de Hof van den Grave van Hohenlohe genoemd.
Het Gemeenlandshuis is alleen tijdens Open Monumentendag Delft van binnen te bewonderen. De medewerkers van het Hoogheemraadschap organiseren elk jaar een leuk schouwspel.
In de mooie Meelstraat vind je de oudste woning van Zierikzee. Huis De Haene staat er al sinds de eerste helft van de 14e eeuw.
Vanaf de 18e eeuw staat het huis geheel onterecht ook bekend als het Tempeliershuis. Deze naam verwijst naar een verhaal over het ombrengen van Tempelieren in 1312, maar dit zou niet echt gebeurd zijn. Tegen ‘De Haan’ valt daarentegen niets in te brengen; in de gevel van het historische koopmanshuis zijn twee haantjes aangebracht. De gevel heeft een druk voorkomen vanwege de afwisseling van natuursteen en baksteen, en de vele bogen. Net onder de trapgevel zie je een grote boog in de vorm van een klaverblad. Zo’n versiering kwam in de destijds bloeiende handelsstad Brugge veel voor, een vleugje België in Zeeland.
Utrecht werd in de middeleeuwen gesierd door verschillende stadskastelen. Rond 1276 verrees stadskasteel Oudaen aan de Oudegracht. De steenrijke familie Zoudenbach liet het bouwen, maar het kwam zo’n eeuw later in handen van de familie Houdaen. Vandaar de naam van zo ongeveer oudste huis van Utrecht.
Verdediging van Utrecht
Huis Drakenburg – tegenover het stadskasteel – is overigens officieel bestempeld als oudste woning van Utrecht, maar de voorgevel daarvan is nog nieuwer dan de Neudeflat die daar pal achter lelijk staat te zijn. Terwijl Oudaen nog herkenbaar is als kasteel met zijn hoge muren, kantelen, weergang en heuse traptoren (denk alleen de grote ramen in de gevel even weg). Oudaen heeft de stad ook echt verdedigd, toen rond 1576 de Spanjaarden kasteel Vredenburg bezet hielden. Ze vuurden vanaf Vredenburg hun kanonskogels af en de Utrechters deden dat vanaf onder andere Oudaen (Utrecht won). Ter herinnering hieraan zijn enkele Spaanse kogels ingemetseld in het stadskasteel.
Tussen de houten huisjes
Maar het begon dus allemaal in de 13e eeuw. Utrecht bestond toen nog voornamelijk uit houten huisjes met rieten daken, dus dit machtige stadskasteel aan de Oudegracht viel nog meer op dan nu. Het bestond zoals vaker in die tijd uit een groot representatief hoofdhuis en een kleiner zijhuis dat veel makkelijker te verwarmen was en in de praktijk dus eigenlijk als woonruimte diende. Later werd in dit zijhuis de hoofdingang gemaakt waarboven je nu beelden van een bejaarde man en vrouw ziet. Zij verwijzen naar het Oude Mannen- en Vrouwenhuis dat in de 18e eeuw in het gebouw zat toen het niet meer in particulier bezit was. Tegenwoordig zit er een restaurant in.
Dit leuke gebouw midden op de Markt is het oudste huis van Den Bosch. Veel delen zijn nog authentiek en stammen uit de 13e eeuw.
Volgens de overlevering liet hertog Hendrik I van Brabant het huis rond 1220 bouwen. Dat is niet het gebouw dat je nu ziet. De bakstenen trapgevel is vermoedelijk uit de 14e eeuw (de zuiltjes tussen de vensters zijn nog wel 13e-eeuws). En in de jaren 60 is de gevel wel heel ingrijpend gerestaureerd, maar het blijft een waardig middeleeuws gebouw. Aan de binnenzijde vind je veel authentieke elementen, waaronder het muurwerk en de kelderbalken uit de 13e-eeuw.
Het oudste stenen huis van Nederland staat in Deventer. Het oudste gedeelte van de Proosdij gaat helemaal terug tot aan 1130.
Verscholen in het centrum van Deventer vind je in het smalle Sandrasteegje vlak achter de hypermoderne bibliotheek, het eeuwenoude huis. De muren zijn tot en met de tweede verdieping bijna helemaal origineel, ongeveer een meter dik, en gemaakt van grote brokken vulkanisch gesteente (tufsteen en trachiet). Die werden uit de Eiffel gehaald en via de Rijn hierheen gebracht… een dure onderneming in die tijd. Je ziet inmiddels wat moderne elementen, zoals de ramen in de middeleeuwse muur en natuurlijk de glazen overkapping erboven om het huis te beschermen tegen weersinvloeden. Maar in de gevel zijn ook nog de restanten van twee Romaanse raambogen zichtbaar.
Leuk om te weten dat het voordat het een woonhuis was (ja, het verhaal gaat dus nóg verder terug) een poortgebouw was. Vroeger was hier namelijk een apart kerkelijk gebied en het gebouw diende als toegangspoort. Later werd het de woning van de proost (de geestelijk leider) in Deventer. Naar hem is het gebouw vernoemd.