Het idee achter het ontwerp van deze bijzondere bibliotheek – en school – is een megatent in een duinpan. Het gebouw van hout en glas heeft een grote luifel en de zijgevels lopen taps toe.
De kleuren van het gebouw passen bij de omringende dennenbomen. En ook in het gebouw zijn de kleuren niet willekeurig gekozen. Zo koos Kristinsson Architecten voor de kleur van de vloeren aan de hand van een luchtfoto van Vlieland voor het groen van de bossen, de verschillende kleuren van het strand en de duinen. Het complex werd in 2016 geopend.
Bij een wedstrijd om de fijnste werkplekken, de leukste zitjes en lekkerste loungebanken, zou De Nieuwe Bibliotheek in Almere hoge ogen gooien! Het hypermoderne gebouw nodigt uit om er een lekker loungedagje door te brengen.
Gebouw De Nieuwe Bibliotheek
Langs het leuke nieuwscafé wandel je via de terrassen zo omhoog het gebouw in. Vanaf elke verdieping heb je goed zicht op het mooie atrium, de binnentuin en – dankzij de grote glazen wanden – de omgeving van het pand. Je loopt langs mooi vormgegeven afdelingen, zoals de sectie ‘Hoogspanning’ en ‘De Jeugd van Tegenwoordig’. Onderweg zie je kunstwerken, boekenkasten in alle vormen en maten en natuurlijk de talloze zitjes. Er zijn zelfs een auditorium, filmzaal en studiecentrum te vinden.
Het gebouw is ontworpen door architectenbureau MVSA. Ook wel bekend van het voormalige ING-hoofdkantoor aan de Zuidas, het nieuwe Centraal Station in Rotterdam en het gave project Wonderwoods (2 torens vol planten die in Utrecht zullen verrijzen). In Almere kozen de architecten voor een wigvormig gebouw met een basaltkleurige gevel en veel glas. Overigens zit niet alleen de bibliotheek in het pand van 20.000 m2, maar hebben ook appartementen, kantoren en winkels er een plek gekregen. Na de opening van het gebouw in 2010 won het meteen de Architectuurprijs Almere.
Het Huisje van Sluijmer is een hypermodern gebouw van staal en glas, midden in het historische centrum van Utrecht.
Het huisje
Het huis staat op een stukje grond van maar drie bij vijf meter en is toch 117 vierkante meter groot. De kamers zijn verspreid over zeven verdiepingen en om te voorkomen dat je je een breuk loopt, zijn er twee keukens, twee badkamers en op drie verdiepingen toiletten. Helemaal bovenin zit de slaapkamer waar je door het glazen plafond de sterren kunt zien. Omdat het huis zo klein is, heeft de architect ook de meubels in het ontwerp meegenomen. Precies passend: een eettafel met stoelen in de keuken, een bed in de slaapkamer, een bureau in de werkkamer. Meer plek is er niet, dus alles ligt vast. Onder het huis zit werfkelder (van maar liefst 55 m2) waarin de woonkamer is gemaakt, daar kijk je door de glazen pui uit op de Drift.
Geliefd of niet?
Het heeft wel een tijd geduurd voordat het huis er stond. Toen in 1940 op deze hoek een huis werd afgebroken, mocht er tientallen jaren niet gebouwd worden omdat de gemeente plannen had. Toen die uiteindelijk niet doorgingen, kwam het architectenbureau Sluijmer en Van Leeuwen met een plan: het wilde op het kleine stukje grond een modern huis bouwen. Omwonenden waren niet meteen enthousiast: een een huis van staal en glas in deze mooie straat met historische huizen? En zo ontstond een jarenlange juridische strijd. Lang verhaal kort, in 2002 gaf de Raad van State toestemming om het moderne pand neer te zetten. Overigens kreeg het huis later wel waardering: in 2003 ontving architectenbureau de AD/UN Publieksprijs.
Het Timmerhuis is een geweldige combinatie van oud en nieuw. Het mooie wederopbouwpand werd namelijk in 2015 uitgebreid met “een wolk van staal en glas”.
Stadstimmerhuis
In de jaren 50 heet het gebouw nog Stadstimmerhuis. Een verwijzing naar het oude beroep van stadstimmerman; iemand die niet alleen timmerman maar ook architect was en plannen maakte voor stadsuitbreiding. En dat was ook precies wat hier gebeurde, want op deze plek werd vanaf 1953 de wederopbouw van Rotterdam geleid. Gemeentearchitect Koop ontwierp het strakke en ritmische gebouw met puntdak en schoorstenen. Het gebouw lijkt daardoor traditionalistisch maar het is moderner dan je denkt, want het heeft een betonskelet. Daaroverheen zit een laag baksteen met natuurstenen details. In de jaren 70 volgde een iets minder mooie aanbouw. Die werd gelukkig gesloopt en op die plek kwam in 2015 de nieuwbouw van OMA, het bureau van Rem Koolhaas. Op dat moment werd het gebouw omgedoopt tot Timmerhuis.
Nieuwbouw
Een wolk van staal en glas, zo noemt de architect Reinier van de Graaf het zelf graag. En het is ook echt heel gaaf gedaan; je ziet een stapel glazen kubussen die gedragen worden door twee stalen poten, waardoor ze wel lijken te zweven. En, net als een wolk, ogen ze op een mooie dag wit, en op een grauwe dag grijs. Het hypermoderne gebouw past gek genoeg prima bij zijn historische buurpanden, zoals het voormalige postkantoor en het stadhuis. En binnen zijn oud en nieuw ook mooi verweven; de staalconstructie gaat goed samen met de bakstenen muren van het wederopbouwpand. OMA deed ook inrichting en bespaarde daarbij bepaald niet op de kosten…vooral het meubilair is luxe! In het gemeentekantoor zie je leuke details. Bij elk ontmoetingspunt ligt een tapijt, bijvoorbeeld met een plattegrond van Rotterdam. Samen met de bijzondere vloeren en gordijnen vormen zij de voornaamste aankleding, want Rem Koolhaas is niet zo van decoratie. Planten zijn bijvoorbeeld ook niet te vinden in het gebouw.
In 2014 werd in Rotterdam de eerste markthal van Nederland geopend, zoals je die misschien kent van Parijs, Londen of Barcelona. Uniek is – zelfs een wereldprimeur – dat er ook appartementen zijn ingebouwd in de Rotterdamse markthal.
De Rotterdamse foodhall is gebouwd in de vorm van een hoefijzer. Het herbergt tal van kraampjes – met groente en fruit maar ook met delicatessen, donuts en patat – en restaurantjes. En naast de unieke appartementen biedt het ruimte aan het grootste kunstwerk van Nederland. Op het plafond zie je namelijk 11.000 m² (twee voetbalvelden) aan afbeeldingen van groeten, fruit, bloemen en meer. De kunstenaars Arno Coenen en Iris Roskam hebben het werk de titel Hoorn des Overvloeds gegeven, als verwijzing naar Cornucopia (een hoorn uit de Griekse mythologie die overvloed en verzadiging symboliseert). Dankzij dit megakunstwerk wordt de Markthal ook wel de Nederlandse versie van de Sixtijnse Kapel genoemd.
Pal achter de Erasmusbrug prijkt De Rotterdam, ook wel bekend als het grootste gebouw van Nederland. Dat is overigens niet helemaal waar, het is wel het grootste multifunctionele gebouw.
Gebouw De Rotterdam
De skyline aan de Maas is sinds 2013 weer een gebouw rijker en wat voor een! De (gigantische) Rotterdam van de beroemde architect Rem Koolhaas. Een verticale stad, noemt hij het wel. In deze ‘stad in het klein’ vind je namelijk niet alleen appartementen en kantoren, maar ook winkels, restaurants, een hotel, een fitnessruimte en een parkeergarage. Dit alles verspreid over 160.000 m2. Hiermee is het bíjna het grootste gebouw van Nederland. De bloemenveiling in Aalsmeer en Schiphol staan nog iets hoger op de lijst grootste gebouwen van de wereld.
De Rotterdam heeft drie torens die rusten op een sokkel ter grootte van een compleet voetbalveld. De torens, die halverwege verspringen, gaan 151 meter de lucht in. Daarmee staat het op plek 5 van hoogste gebouwen in de Maasstad. En het pand heeft nog een record op zijn naam staan… op bovenste verdieping vind je namelijk het duurste en grootste penthouse (750 m2) van de stad. De eerste bewoners telden er maar liefst € 3,44 miljoen voor neer.
De een ziet in het gebouw een meeuw die is neergestreken op de oever van het IJ, de ander een oog. Het futuristische filmmuseum EYE is hoe dan ook uniek, zoiets vind je nergens anders in Nederland.
Het EYE is hét herkenningspunt van Amsterdam-Noord. Als je het pontje neemt aan de achterkant van Amsterdam Centraal word je oog al getrokken naar het futuristische gebouw met zijn eigenzinnige vorm en grote uitkragingen. Om het staalskelet heen zijn 12.500 m² aluminium spierwitte stukjes aangebracht, zodat het licht op talloze wijzen reflecteert. Zo ontstaat een spel van licht en donker; een eerbetoon aan de film zelf. Het gebouw uit 2012 werd ontworpen door de Oostenrijkse architecten Roman Delugan en Elke Delugan-Meissl.
Dit oer-Hollandse gebouw is door nieuwszender CNN bestempeld als het meest bizarre hotel ter wereld. De blikvanger bestaat uit bijna 70 opeengestapelde traditionele Zaanse huisjes.
Vanaf de gevel stralen de kenmerkende, vrolijke huisjes je in verschillende soorten en maten tegemoet. Ze hebben allemaal een groen tintje gekregen. Met één uitzondering: het huis in de rechterbovenhoek is knalblauw, een knipoog naar een schilderij van Claude Monet. Het blauwe huis, dat overigens nog steeds bestaat, schilderde de beroemde Franse kunstenaar tijdens zijn bezoek aan de Zaanstreek in 1871. In het hotel zie je vooral Hollandse thema’s terug. En een heuse Peter de Grote Kamer, omdat deze tsaar in 1697 een bezoek bracht aan de plaats. Het Zaanse huisjeshotel is sinds 2010 de blikvanger van het stadshart in Zaandam.
De opvallende, kleurrijke kubuswoningen uit 1984 worden nog steeds bewoond. En er is een leuke museumwoning die je kunt bezoeken, de Kijk-Kubus.
Architectuur kubuswoningen
De gemeente wil dat de woningen een speelse bouwstijl krijgen, omdat de stad op dat moment al zoveel zakelijke architectuur heeft. En daarom gaat de opdracht naar Piet Blom die eerder de kubuswoningen in Helmond neerzette. Zijn ideaal is om een soort dorp in de stad te maken. Hij ziet elke kubus als een boom en alle kubussen samen als bos, waardoor dit stukje unieke Rotterdam wel het Blaakse Bos wordt genoemd. Ook de Blaaktoren is van zijn hand en ook hier kiest Blom voor een bijzondere vorm; het gebouw staat nu bekend als Het Potlood.
Maar hoe zit de kubuswoning nu precies in elkaar? Om te beginnen: het is letterlijk een kubus, maar dan 45 graden gedraaid. De woning zelf is van hout, maar rust met één punt op een betonnen paal; daar vind je de ingang. Eenmaal binnen valt op dat kubus eigenlijk best groot is, zo’n 100m2. Wel zijn er maar een paar verticale wanden, de rest loopt schuin dus als je hier woont moet je wel creatief zijn en niet te precies… De ramen worden bijvoorbeeld gereinigd door te wachten op een stortbui (of door een tuinslang naar buiten te gooien zoals sommige bewoners doen) en het schilderwerk doe je ook niet even zelf.
Dit Russische paleisje hebben we te danken aan de beroemde architect Piet Blom. Zijn Russische sprookje staat midden in een Amersfoortse woonwijk.
Ontwerp Russisch paleisje
Piet Blom ken je misschien van de kubuswoningen in Rotterdam. Blom ontwerpt de unieke woning in Amersfoort voor een Russische pianiste. Hij kent haar man goed en gaat samen met het stel naar een café. Zodra zij er piano begint te spelen, raakt de architect zo enthousiast dat hij spontaan op een servetje het ontwerp van hun toekomstige woning schetst: een houten gebouw met een druk gevelpatroon (vergelijkbaar met beschilderde Chinese kamerschermen) en groene, blauwe kozijnen. Bovenop komen karakteristieke Russische uientorens. Maar niet te poenig allemaal, want het huis moet de armoede uitstralen van de geboorteplaats van de pianiste, Irkoetsk in Siberië. Daarom krijgt het (overigens dure) hout een laag van gewone groene beits. In 1994 is de woning klaar. De splitlevel woning herbergt een complete concertzaal en in het aparte poortgebouw zit een lesruimte en een duiventil.
Het Russische buitenbeentje staat in Zielhorst, een wijk die in de jaren 80 een mix van hedendaagse Nederlandse architectuur moet worden. Dat houdt in dat mensen vrij zijn om er een woning te laten bouwen, als het maar geen ‘standaardhuis’ is. Dat kun je aan Piet Blom wel overlaten…
Tja, maar weinig mensen vinden het mooi en tóch heeft het iets: de Rotterdamse bibliotheek uit 1983. Het pand heeft talloze bijnamen, van Gasfabriek, IJstaart tot Stofzuiger.
Gebouw bibliotheek Rotterdam
Vanwege de stalen buizen langs de gevel wordt vaak het gebouw vaak vergeleken met het Centre Pompidou in Parijs. Het beroemde architectenbureau Van den Broek en Bakema ontwierp het moderne pand. Het zit vol leuke details, zoals de entree met de vele lampen en het levensgrote schaakspel. Op de vijfde verdieping is de Rotterdamse skyline afgebeeld op het raam, met daaronder de tekst: ‘Als dit Narvik was, zou ik beter kijken’. Met deze verwijzing naar het gedicht ‘Bij Loosdrecht’ van K. Schippers roept het op om naar het bekende te kijken alsof het iets nieuws is.
Mooi of niet, origineel is het zeker: een geveldecoratie in de vorm van een gouden baljurk. Geïnspireerd door Gaudí en Hundertwasser wilde de architect iets anders dan anders. Dat is gelukt met De Baljurk. Er zit nu een kookwinkel in het unieke gebouw.
Geschiedenis
In de Kettingstraat zie je veel verschillende architectuur, van eenvoudige winkelpanden tot uitbundige gebouwen in jugendstil. Het zit vol leuke restaurants en is erg gezellig, maar dat is zeker niet altijd zo geweest. Vroeger was dit deel van het centrum -op steenworp afstand van het Binnenhof- werkelijk een gribusbuurt. De verloedering begon zo rond de jaren 50 toen winkeliers niet meer boven hun winkels woonden. De panden aan ’t Achterom (achter de Kettingstraat) hadden dichtgetimmerde ramen en rolluiken. De steeg deed vooral dienst als openbaar toilet en de winkels in de Kettingstraat verdwenen; daar kwam drugshandel voor in de plaats. Oftewel, de verloedering was compleet. Martin Bril schreef een treffend stukje over ’t Achterom. Jarenlang deed niemand wat aan de verloedering. Tot de Geste Groep begin 2000 een paar panden opkocht en het gebied begon op te knappen. De architect van het project was Eric Vreedenburgh van Archipelontwerpers. Negen winkelpanden werden gerestaureerd of herbouwd.
Gebouw Baljurk
Op de hoek kwam een compleet nieuw pand, met een glazen gevel omhuld door een voile van geweven staal: De Baljurk. Overigens zijn er ook mensen die er meer een korset in zien, maar het idee van de architect komt in ieder geval over. Hij was namelijk geïnspireerd door Gaudí en Hundertwasser en wilde iets vrouwelijks en iets anders dan anders. De vorm verwijst naar de golvende lijn van ’t Achterom (dat vroeger een meanderend beekje was) en de jugendstil gebouwen. Er was alleen één heikel punt, namelijk: de poot. Want de Welstandscommissie vond de poot rechts onderaan de Baljurk agressief en het zou een belemmering zijn voor voetgangers. De reactie van de Geste Groep was duidelijk: “Zonder poot is het net een vaatdoek. De Baljurk is als ballerina bedoeld, zonder poot blijft er niets van over.” En dus werd er een creatieve oplossing bedacht. In het nieuwe ontwerp stond het pand iets naar achter, zodat de poot op eigen grond kwam te staan. Zo vormde het geen obstakel meer.