Het is er niet aan af te zien, maar het mooie, oude centrum van Middelburg werd in de Tweede Wereldoorlog grotendeels verwoest. Ook het stadhuis werd getroffen, maar gelukkig bleven de buitenmuren staan.
Het stadhuis met zijn torentjes, rood-witte luiken en gotische vensters doet een beetje denken aan Vlaamse architectuur. En dit is niet gek, want het werd gebouwd door de Mechelse familie Keldermans. Het stadhuis was in 1520 klaar, maar onderging daarna nog een hoop veranderingen. In 1884 restaureerde de bekende architect Pierre Cuypers het stadhuis. Hij verving bijvoorbeeld de 16e-eeuwse beelden van graven en gravinnen van Zeeland (25 stuks!). En maakte een beeldje van koningin Wilhelmina met prinses Juliana op de arm. Ook repareerde de architect de toren van het stadhuis. Bij Middelburgers zelf bekend als Malle Betje, omdat de klok altijd achterloopt bij die van de Lange Jan. Na het bombardement op Middelburg werden de gotische gevels hersteld en nieuwbouw toegevoegd.
Je kunt een leuke stadswandeling maken met een gids, je komt dan ook in het stadhuis. In de naastgelegen Vleeshal kun je bijzondere videoprojecties bekijken van de Stichting Beeldende Kunst Middelburg (gratis met Museumkaart).
De gigantische kerk met boeken in Zwolle is warm en licht ingericht. Je brengt dan ook makkelijk een dagje door in het prachtige, eeuwenoude gebouw. Ook dankzij de stijlvolle brasserie met terras.
De Broerenkerk staat er al sinds 1512. Letterlijk hoogtepunt is het gewelf met zijn 16e-eeuwse schilderingen. In een lekker gestructureerd patroon: zes heiligen en vier (familie)wapens per gewelf, omringd door vrolijke bloemmotieven. Het gebrandschilderde glas werd aangebracht in 2013, toen de kerk boekhandel werd. In Van der Velde in de Broeren (voorheen Waanders in de Broeren) vind je zo’n 1000m2 aan boeken. Ook het orgel zal je opvallen. Dat stamt uit de 19e eeuw en wordt nog geregeld bespeeld.
Het Gemeenlandshuis uit begin 1500 is het oudste woonhuis van Delft. Zoals je ziet, was de eigenaar nogal rijk. Dit was te danken aan de grote bierproductie in de stad, want hij inde daar een soort belasting op. De versieringen op het gebouw verwijzen hier nog naar.
Geschiedenis Gemeenlandshuis
Destijds dronken mensen bier als water, simpelweg omdat het water te vervuild was. Jan de Huyter was pachter van hop (inde een soort belasting) en vergaarde zo een fortuin. Daarmee kon hij dit gigantische huis bouwen; de hopbelletjes op het ‘Huyterhuis’ herinneren hier nog aan. Verder kreeg het gotische huis een hoge trapgevel die bedoeld was als uitkijktoren; een absoluut statussymbool voor De Huyter. De prachtige wapens boven de toegangsdeur werden in 1645 aangebracht toen het Hoogheemraadschap van Delfland het gebouw kocht; vanaf dan het ‘Gemeenlandshuis’ genoemd. De wapens werden ontworpen door de beroemde architect Pieter Post. En let ook op de mooie vergulde zeemeerman als windvaan op het torentje. Helemaal geweldig is het riddertje naast de toegangsdeur. Die noem ik even apart, want die wordt vaak over het hoofd gezien. De oorspronkelijke dakruiter ontdekten archeologen tijdens de restauratie van 1988.
Bewoners en gasten
Het huis heeft opvallende bewoners en gasten gehad. Toen Karel V in 1541 Delft bezocht, logeerde hij in dit huis bij Jan de Huyter. De Huyter had namelijk goede relaties met het hof. Later werd het huis bewoond door Maria van Nassau, een dochter van Willem van Oranje. Maria en haar man Philips van Hohenlohe hadden maar liefst zesentwintig man personeel in dienst. Het huis werd in die tijd de Hof van den Grave van Hohenlohe genoemd.
Het Gemeenlandshuis is alleen tijdens Open Monumentendag Delft van binnen te bewonderen. De medewerkers van het Hoogheemraadschap organiseren elk jaar een leuk schouwspel.
Het stadhuis van Gouda is een van de oudste stadhuizen van Nederland. Het reusachtige gebouw uit 1450 staat midden in het historische hart van de stad.
Het stadhuis staat prominent op de markt. Het stadsbestuur wilde namelijk een vrijstaand pand, omdat het vorige stadhuis een grote stadsbrand niet had doorstaan. Overigens was de aanblik in de 15e eeuw wel heel anders, want de ‘markt’ was toen nog een drassig veenterrein. Het stadhuis van natuursteen met zijn rode luiken, het carillon, de beelden en torentjes lijkt opvallend op het stadhuis van Middelburg en doet Vlaams aan. Dit is te danken aan de Mechelse architectenfamilie Keldermans die aan beide gebouwen heeft gewerkt. Het imposante stadhuis van Gouda is rijkversierd en vooral voorgevel maakt indruk door de pinakels (kleine torenvormige decoraties), de uitkragende hoektorentjes en de grote vierkante toren. De talrijke beelden van de hoofdrolspelers uit de Goudse geschiedenis maken het helemaal af, alhoewel die pas halverwege de 20e eeuw zijn toegevoegd. Ook het klokkenspel in de zijgevel is uit die tijd. Elk half uur komt het poppenspel tot leven met als hoofdrolspeler Floris V die Gouda in 1272 stadsrechten verleende.
Het stadhuis van Gouda is op Open Monumentendag meestal te bezoeken. Je komt dan in de mooie trouwzaal met de trots van de stad: de wandbekleding uit 1642. Ook de burgerzaal, de burgemeesterskamer en de mooie zaal onder de nok van het gebouw zullen indruk maken.
De Martinitoren is de bekendste en hoogste toren van Groningen. De Groningers noemen hem wel liefkozend D’Olle Grieze (de oude grijze). De toren is namelijk bekleed met Bentheimer zandsteen die na verloop van tijd grijs kleurt.
Geschiedenis Martinitoren
Op de plek van de beroemde toren stonden eerst twee andere torens. Eentje in romaanse stijl uit de 13e eeuw, maar die ging verloren door een blikseminslag. De tweede toren die daarna werd gebouwd, onderging helaas even later hetzelfde lot. Maar drie keer is scheepsrecht; de gotische toren die je nu ziet verrees anno 1482 in volle glorie en staat nog fier overeind. Niet helemaal zonder slag of stoot, want hij ging bijna in vlammen op tijdens de vreugdevuren na het vertrek van de Spanjaarden en overleefde de Tweede Wereldoorlog ternauwernood. Maar gelukkig is de Martinitoren nog steeds te bewonderen. Leuk om te weten: de toren werd vernoemd naar een beroemde heilige uit de Rooms-Katholieke kerk, Martinus van Tours. Beter bekend als Sint Maarten. De heilige werd begraven op 11 november; in veel landen nog een feestdag.
Je kunt de toren beklimmen via een een oude wenteltrap dwars door het hart van de toren. Aan de voet van de Martinitoren kun je naar het leuke koffiezaakje De Kostery in de vroegere kosterswoning.
Een trouwe bezoeker van deze site wilde graag meer weten over de Nieuwe Kerk. En het beroemde gebouw mag hier ook niet ontbreken. De op een na hoogste kerk van Nederland torent in de stad overal bovenuit, en wordt dagelijks door talloze toeristen bewonderd.
Bouw Nieuwe Kerk
In de 14e eeuw besluit het stadsbestuur de Nieuwe Kerk te bouwen. En dat is niet zomaar. Een inwoner van Delft had dertig jaar lang jaarlijks een visioen over een kerk op deze plek, en laat het bestuur niet met rust totdat die er kwam. Wat je noemt selffulfilling prophecy. De stad had al een kerk (nu bekend als de Oude Kerk), daarom heet deze de Nieuwe Kerk. In 1381 wordt eerst een houten noodgebouw neergezet en een paar jaar daarna wordt daaromheen een stenen laatgotische kruisbasiliek gebouwd. Zoals bij zoveel kerken verloopt de bouw in fasen. De toren is in 1496 is klaar, bestaande uit een vierkant voetstuk, daarboven twee achtkanten en een appelvormige torenspits.
Rampspoed
Op 3 mei 1536 legt een enorme brand half Delft in de as. In de kerk gaan onder andere het orgel, de klokken en de gebrandschilderde ramen in vlammen op. Een paar jaar later verwoest een woedende menigte de altaren, kerkbanken en biechtplaatsen tijdens de beeldenstorm. En net nadat de rust is wedergekeerd, volgt in 1654 de ontploffing van het kruithuis (zie het artikel over het Kruithuis) waardoor de rest van de glas-in-loodramen verloren gaat. Maar daarmee is het nog niet klaar voor de kerk. In 1872 slaat opnieuw de bliksem in de spits. Zo’n drie jaar later laat de beroemde Pierre Cuypers er een nieuwe op zetten en die wordt extra hoog, omdat omdat men de Utrechtse Dom wil overtreffen. Maar de Domtoren wint het met 112 meter toch net van de ruim 108 meter hoge Nieuwe Kerk. O ja, en veel mensen vragen zich af waarom het bovenste deel van de toren pikzwart is. Dit heeft niets met de brand te maken, maar met de soort steen die werd gebruikt; de Bentheimer zandsteen die door weersinvloeden steeds grijs en zelfs zwart kan worden.
Praalgraf Willem van Oranje
In 1584 wordt Willem van Oranje begraven in de kerk. Puur toeval, omdat Breda bezet is door de Spanjaarden wordt hij niet in zijn familiegraf maar in zijn woonplaats begraven (door deze geschiedenis worden nu alle Oranjes in Delft begraven). In 1614 begint architect en beeldhouwer Hendrick de Keyser aan een imposant praalgraf voor de prins. Aan de voet zie je de hond van Willem, want zij hadden een bijzondere band; na de dood van zijn baasje weigert de hond nog te eten en sterft drie dagen later. Terwijl De Keyser bezig is met het praalgraf, mag hij overigens meteen een nieuw stadhuis van Delft ontwerpen, want het middeleeuwse stadhuis brandde even daarvoor af. Als De Keyser een paar jaar later sterft, is het stadhuis al klaar, maar het praalgraf nog niet; zijn zoon Pieter heeft dit voltooid.
De kerk is zes dagen per week te bezoeken. Je kunt ook de gigantische toren beklimmen voor een prachtig uitzicht over de stad. Met een ticket kun je ook gelijk de Oude Kerk bezoeken.
De monumentale Domtoren is sinds 1382 de trots van Utrecht, en de hoogste kerktoren van Nederland. Hij is met zijn 112 meter net iets hoger dan de Nieuwe Kerk in Delft. De toren is te bezoeken met een rondleiding. En je kunt ook een uniek kijkje nemen ónder het eeuwenoude Domplein.
Bouw Domtoren
De bouw van de Domkerk is in volle gang als de bisschop van Utrecht in 1321 de werkzaamheden abrupt laat stilleggen. Deze kerkelijke en wereldlijke heerser wil namelijk zijn macht tonen en daarom geeft hij opdracht om eerst de imposante kerktoren te bouwen, een duidelijk statussymbool. En zo geschiedde. Jan van Henegouwen, belangrijkste bouwmeester van de gotische Domtoren, ontwerpt een toren die bestaat uit drie lagen. De vierkante onderbouw lijkt verdacht veel op een stadspoort, daarbovenop staat een smaller vierkant deel en als top zie je een achthoekige, open lantaarn. Voor een rijkere uitstraling wordt de bakstenen kern grotendeels bekleed met natuursteen uit België en Duitsland. Later wordt de kerk gebouwd. Maar in 1674 raast een herfststorm over Utrecht waardoor het middenschip instort. Sindsdien staat de toren los van de kerk en zijn de twee gescheiden door het Domplein.
Hoogste kerktoren van Nederland
In 1382 is de Domtoren de hoogste kerktoren van Nederland. De windvaan, met een afbeelding van Sint-Maarten, bevindt zich op ruim 106 meter hoogte. Maar er is een strijd gaande met de Nieuwe Kerk Delft…In 1875 bereikt de toren van die kerk een hoogte van zeker 108 meter, geheel te danken aan Pierre Cuypers die een nieuwe, hoge spits op het gebouw zet nadat de oude door de bliksem was getroffen. Maar diezelfde Cuypers leidt begin 1900 de restauratie van de Domtoren, waarbij die spits wordt voorzien van een nieuw dak. Hierdoor bereikt de Utrechtse toren een hoogte van 112 meter. En daarmee is de Domtoren definitief de hoogste kerktoren van Nederland. Tijdens de restauratie heeft de Domtoren overigens ook een ontvangstgebouw gekregen. Het ontwerp is van G.W. van Heukelom, bekend van de Utrechtse Inktpot, ook bepaald geen klein gebouw.
De Domtoren is te bezoeken met een rondleiding. Samen met een gids beklim je de 465 traptreden van toren, waarbij je onderweg meer hoort over de geschiedenis en de bouw van de Dom. En je kunt ook een kijkje nemen ónder het Domplein. Een gids neemt je dan mee door de ondergrondse gangen en de geschiedenis van 2000 jaar Domplein. Lees meer over Dom Under.
De imposante gotische kathedraal in Den Bosch valt op door haar omvang en rijke versieringen, maar vooral haar unieke beelden. Op de luchtbogen van de Sint-Janskathedraal huist namelijk een bonte stoet aan figuren.
De Sint-Jan in Brabantse gotiek
Al in 1220 begint de bouw van een romaans kerkje, toegewijd aan (je raadt het al) Sint-Jan. De kerk is in 1340 nog maar net klaar of de de Bosschenaren vinden het al tijd voor een nieuw exemplaar in de stijl van die tijd, de gotiek. Zo rond 1370 wordt gestart met deze gotische kerk die als het ware over haar voorganger wordt heen gebouwd. Dit verklaart meteen waarom het onderste deel van de toren er zo anders uitziet, die lijkt nieuwer dan de rest maar is dus nog Romaans.
Volgens de legende vindt een bouwjongen tijdens de bouw een oud Mariabeeld, vrij lelijk ook nog. Hij wil het gebruiken als brandhout, maar zijn bouwmeester houdt hem tegen. Als zich vervolgens rond het beeld enkele mirakelen voltrekken, krijgt de Zoete Lieve Vrouw een kapel én groeit Den Bosch uit tot bedevaartsoord. Dankzij haar krijgt de Sint-Jan zelfs de eretitel ‘basiliek’ van de paus.
Luchtboogfiguren
Maar het echte hoogtepunt van de kerk bevindt zich buiten, op de luchtbogen. Daar huizen 96 (!) beelden van muzikanten, dieren en monsters. De originele uit de middeleeuwen zijn verloren gegaan, maar bij een restauratie in de 19e eeuw zijn er reconstructies op de kerk gezet. En bij elke restauratie komen er weer nieuwe figuren bij. Wist je bijvoorbeeld dat er een engel tussen staat met een mobieltje in haar hand? Het is overigens niet duidelijk of de wezens oorspronkelijk puur decoratief bedoeld waren of dat er een diepere betekenis achter zit. Feit is wel dat geen enkele andere kerk in Nederland zo’n bijzondere bevolking op haar dak heeft. De schepsels doen een beetje denken aan Jeroen Bosch, maar de vraag is of de kerk geïnspireerd werd door de kunstschilder of andersom…
Je kunt een rondleiding volgen door de Sint-Jan. De gidsen laten je alle details zien en vertellen boeiende verhalen over de geschiedenis van de kathedraal.
Het Stedelijk Museum Kampen zit in het voormalige raadhuis van de stad. Pronkstuk is de 16e-eeuwse Schepenzaal waar vroeger het stadsbestuur vergaderde en rechtsprak. Via de multimediatour kom je alles te weten over de geschiedenis van de Hanzestad.
Het Oude en Nieuwe Raadhuis
Het linkerdeel van het museum zit in het Oude Raadhuis. Dit raadhuis van Kampen uit 1350 is opgetrokken in Nederrijnse gotiek (naar voorbeeld van veel Duitse Hanzesteden). In 1543 breekt een brand uit waardoor bijna het hele gebouw wordt verwoest; zo ongeveer alleen de buitenmuren en kelders blijven overeind staan. Daarna vindt een ingrijpende verbouwing plaats. Uit deze tijd stamt de beroemde Schepenzaal, waarvan het prachtige vroegrenaissance interieur nog steeds te bewonderen is. En aantal eeuwen later zijn de gotische beelden op de gevel vervangen. De beeltenissen hebben een licht moralistisch karakter… Aan de linkerkant kijk je naar Karel de Grote en Alexander de Grote als onderdeel van de ‘Negen Besten’, oftewel helden die als voorbeeld van de mensheid dienen. En daarnaast? Daar zie je de deugden Matigheid, Trouw, Justitia en Charistas.
Het Nieuwe Raadhuis herbergt ook een deel van het museum. Dit raadhuis is ontstaan door de samenvoeging van verschillende 17e-eeuwse gebouwen. Op het Nieuwe Raadhuis geen beelden, maar wel een levensgroot portret. Je denkt misschien aan een beroemde schilder, maar het is de 17e-eeuwse burgemeester Jan Beeldsnijder. Hij staat voor de Kampenaar die trots is op zijn stad.
De Oude Kerk uit 1306 is het oudste gebouw van Amsterdam. Inmiddels doet het vooral dienst als museum voor hedendaagse kunst.
Gebouw Oude Kerk Amsterdam
De Oude Kerk is een voorbeeld van Hollandse gotiek. Het gebouw heeft houten tongewelven en hoge spitsboogvensters. En het is een zogenoemde hallenkerk, waarbij de zijbeuken vrijwel even hoog zijn als het middenschip. Oorspronkelijk was de kerk rooms-katholiek en stond bekend als de Sint-Nicolaaskerk. Sint-Nicolaas was onder andere de patroon van de zeelieden en werd vooral in havensteden vereerd. Zoals veel kerken werd ook de Oude Kerk slachtoffer van de Beeldenstorm. Altaren, schilderijen en beelden werden beschadigd of vernield. Daarna, in 1578, werd het een protestante kerk. Overigens werd de kerk pas omgedoopt tot ‘Oude Kerk’ op het moment dat de Nieuwe Kerk werd gebouwd in 1409. Wat je zal opvallen in de Oude Kerk, zijn de vele graven en grafmonumenten van vooraanstaande Amsterdammers. Maar ook het koorhek met de koorbanken, de gewelfschotels en plafondschilderingen die stammen uit de middeleeuwen.
De openbare bibliotheek van Zutphen huist in een van de best bewaarde kloosterkerken van Nederland. In 2017 werd de bibliotheek volledig vernieuwd.
Van kerk naar bibliotheek
Talloze boeken, een leescafé met koffiecorner, werkplekken, cursusruimtes… dat hadden de Dominicanen die de gotische kerk in 1306 lieten bouwen nooit kunnen bevroeden. Maar de middeleeuwse Broederenkerk past de moderne bibliotheek als jas. Je kunt er heerlijk langs alle boekenkasten struinen en je komt gaandeweg langs mooie historische details. Zoals de eeuwenoude kloostermoppen die zichtbaar zijn doordat tijdens de renovatie het stucwerk van de zijbeuken is gehaald. Of de gildesteen van de bouwvakkersgilde die in de 17e eeuw is ingemetseld. Maar de 16e-eeuwse gewelfschilderingen vormen letterlijk en figuurlijk het hoogtepunt van de kerk. Tot slot een leuk weetje: in 1772 werd de dakruiter geplaatst; elke dag werd de klok geluid op het moment dat de stadspoorten gingen sluiten. Ondanks dat de stadspoorten inmiddels verdwenen zijn, luidt de klok nog elke avond.
Een van de coolste boekwinkels ter wereld volgens het Amerikaanse CNN.En volgens de Britse krant The Guardian: “The fairest bookshop of the world, a bookshop made in heaven”. De boekhandel in Maastricht is dan ook een lust voor het oog.
Gebouw boekhandel Dominicanen
Sinds 2006 een boekhandel, maar de prachtige, gotische kerk staat er al al sinds 1294. Destijds bestemd voor kloosterlingen, de Dominicanen. Alles aan het gebouw ademt historie. Om de eeuwenoude kerk geschikt te maken voor zo’n 40.000 (!) boeken, is in het midden een zogenaamde boekenflat gemaakt. Tip: vanaf die plek kun je een mooie foto’s maken van de voormalige plek van het altaar waar nu de leuke coffeecorner zit. Ook heb je er goed zicht op de 17e-eeuwse beschilderingen op de gewelven en de eeuwenoude fresco’s die bewaard zijn gebleven.
De indrukwekkende boekhandel is niet alleen een paradijs voor boekenliefhebbers maar ook voor architectuurliefhebbers. O ja, vaak wordt gevraagd welke mooier is: de boekhandel in de Zwolse kerk of die in Maastricht? De voormalige kerk in Zwolle is wat warmer en lichter, in Maastricht ervaar je nog meer de kerkelijke uitstraling. Dus wat mij betreft allebei parels, maar neem vooral zelf een kijkje!
Het Binnenhof is al eeuwenlang het politieke centrum van Nederland. Met een van de oudste gebouwen van Den Haag: de mooie Ridderzaal uit 1280. Destijds een feestpaleis, tegenwoordig stralend middelpunt tijdens Prinsjesdag.
Bouw Ridderzaal
In 1248 start de bouw van de Ridderzaal. Deze ‘Grote Zaal’ is bedoeld als feestpaleis van de graven. en wordt gebouwd in opdracht van de zoon van Floris IV , genaamd graaf Willem II (zo’n beetje alle belangrijke bestuurders heetten vroeger Willem. Als je wilt, kun je hem opzoeken in de stamboom van Haagse Tijden) maar hij overlijdt voordat het gebouw klaar is. Zijn zoon, graaf Floris V, maakt het karwei af. In 1280 is de Ridderzaal voltooid.
Restauratie Ridderzaal
Rond 1861 restaureert rijksbouwmeester W.N. Rose de Ridderzaal. Een totale ramp. Zo denkt hij dat de imposante houten kap niet uit de middeleeuwen kan stammen, en laat deze zonder pardon weghalen. Dat komt hem op veel kritiek te staan. Gelukkig herstelt de beroemde Pierre Cuypers de Ridderzaal later in middeleeuwse (neogotische) stijl . Zo wordt de houten kap naar oorspronkelijk model teruggebracht en krijgt het gebouw een portaal voor de hoofdingang, net als twee torenspitsen. Ook krijgt het een compleet nieuwe inrichting, inclusief troon. Begin 1900 is de restauratie afgerond.
Pas na de restauratie van Cuypers wordt de Ridderzaal officieel de troonzaal waar de koning op Prinsjesdag de troonrede voorleest. In de periode daarvoor – toen de graven vertrokken waren – is de Ridderzaal overigens voor de gekste dingen gebruikt. Bijvoorbeeld voor trekkingen van de Staatsloterij (daarom werd hij ook wel de Loterijzaal genoemd). En het mooie gebouw heeft zelfs een tijdje dienst gedaan als magazijn…
Over het Binnenhof
Vanaf de 13e eeuw zijn er steeds gebouwen toegevoegd aan het Binnenhof. In de 19e eeuw groeide de overheid en zijn oude gebouwen veelal vervangen. Nu zie je dan ook vooral gebouwen in neostijl.
Het Binnenhof is vrij toegankelijk. Wil je binnen een kijkje nemen, bijvoorbeeld in de Eerste of Tweede Kamer? Bekijk dan de rondleidingen op het Binnenhof van Prodemos.
Inwoners van Delft noemen hem de Oude Jan, of Scheve Jan. Op National Geographic is het ‘de Nederlandse toren van Pisa’. De toren van de Oude Kerk staat dan ook bijna 2 meter uit het lood.
De naam Oude Jan
1246 wordt gezien als het geboortejaar van de kerk en kreeg toen de naam Sint Hippolytuskerk. De oplettende lezer vraagt zich misschien af waarom hij dan de Oude Jan wordt genoemd. Hiervoor gaan we terug naar 1573. Vanaf dat moment werden veel kerken protestants en was het not done om een kerk te vernoemen naar een heilige. Dus de kerk had een andere naam nodig. Toen Delft een tweede kerk kreeg, was dat in de volksmond onmiddellijk de Nieuwe Kerk en werd de kerk ‘formerly known as Hippolytus’ automatisch de Oude Kerk. Met als bijnaam de Oude Jan. Waarom Jan? Misschien een ietwat teleurstellend antwoord: het was nu eenmaal een vaak voorkomende naam in die tijd.
Bouw Oude Kerk
Waarschijnlijk stond rond 1050 in de oudste straat van Delft (‘de Oude Delft’) al een tufstenen kerkje. In het kort: tufsteen is uitgespuwd as van een vulkaan dat later is verhard tot gesteente. In 1246 werd de kerk uitgebreid. Er kwamen twee zijbeuken en een koor. Later wordt de kerk aangrijpender aangepakt en breidt zich langzamerhand uit tot een kerk in de gotische stijl. Belangrijkste kenmerk van deze stijl zijn de gewelven en hoge ramen. In 1325 wilde men een toren aan de kerk bouwen. Eén probleem: er was geen plek voor, omdat de kerk pal aan de gracht was gebouwd. Maar we waren toen al goed met water; de gracht werd gedempt en daarop werd de toren gebouwd…dat was alleen niet zo’n stevige ondergrond voor een 75 meter hoge toren. Al tijdens de bouw begon de toren te verzakken. Maar men stabiliseerde de boel en bouwde het bovenste deel van de toren (wel) recht in het lood. Daarom zie je een knik in de toren.
Verschillende steensoorten en ramen
Wat je verder zal opvallen, zijn de verschillende steensoorten. Begin zestiende eeuw wilde men de kerk namelijk volledig van natuursteen maken, in plaats van baksteen. Dus kwam er een dwarsschip dat er nog steeds anders uitziet dan de rest. Vooral door de Reformatie bleef het hierbij. In 1536 raakte de kerk zwaar beschadigd door de grote stadsbrand. Maar de kerk werd pas echt geraakt tijdens de de Delftse buskruitramp. De kerk stond namelijk niet al te ver van het magazijn waar destijds het buskruit werd opgeslagen. Toen dat tijdens de ‘Delftse donderslag’ in 1654 ontplofte, raakte de kerk al zijn gebrandschilderde ramen kwijt. Voor het herstel werd een collecte gehouden in buurgemeenten. Jammer genoeg werd het geld gebruikt om de ramen te vervangen door gewoon glas of dicht te maken (een raam is zelfs nog steeds dichtgemetseld). Pas in de twintigste eeuw kreeg de kerk weer glas-in-lood ramen, gemaakt door Joep Nicolas.
Beroemde Delvenaren
Tijdens de beeldenstorm is zo ongeveer het hele interieur gesloopt. Op de preekstoel na, die stamt uit 1548 en is nog te bewonderen. In de kerk zie je veel graven van beroemdheden. Johannes Vermeer stierf onbekend en had een totaal onopvallende grafsteen, maar werd in 2007 geëerd met een grote gedenksteen. Piet Hein werd juist onder grote belangstelling begraven en kreeg een indrukwekkende witmarmeren steen met zijn eigen beeltenis. Het praalgraf van Maarten Tromp is voor zover mogelijk nog bombastischer dan dat van Piet Hein. Zijn beeltenis wordt omgeven door oorlogstuig als schilden en bijlen. En Anthonie van Leeuwenhoek (de uitvinder van de microscoop) ligt begraven in de kerk. Zijn dochter zorgde voor een mooi praalgraf.
Bijna gesloopt
In de middeleeuwen waren de nonnen in het Sint Agathaklooster (nu het Prinsenhof) de overburen van de kerk. Zij vonden de scheve toren maar dreigend en vertrouwden het totaal niet. Als het hard stormde, gingen ze aan de andere kant van het klooster slapen, omdat ze bang waren dat de toren zou omvallen. Gelukkig was de toren stabieler dan hij eruitzag. Maar in de 19e eeuw was de toestand van de toren niet meer zo best. Het gemeentebestuur was bang dat hij zou instorten en wilde hem laten slopen. Na fel protest is gelukkig besloten de toren te restaureren.