Het Jachthuis Sint Hubertus op de Veluwe is een plaatje. Berlage ontwierp niet alleen het gebouw, maar ook de vijver en het interieur van het jachtslot. Alles is tot in detail op elkaar afgestemd, meubels, tegels, lampen en zelfs het bestek. Een perfect Gesamtkunstwerk (totaalkunstwerk). Je kunt een leuke rondleiding met gids volgen door het gebouw.
Botsende karakters
Berlage had een uitgesproken idee van hoe het gebouw eruit moest komen te zien en startte in 1915 vol overgave aan zijn project. De architect streefde boven alles eenheid na, in kleur, vorm en materiaal. Alleen had de steenrijke opdrachtgever, Helene Kröller-Müller, ook zo haar wensen. Dit bleek niet goed samen te gaan en leidde tot een onstuimige verstandhouding die eindigde toen mevrouw verzocht om een serre aan de zitkamer, zodat ze mooi uitzicht had op de omgeving. Dat was voor Berlage de druppel; de hele symmetrie van het gebouw werd zo doorbroken. De serre is er gekomen, maar Berlage stapte op (Henry Van de Velde maakte zijn werk af). Dit was rond 1919. Ondanks deze strubbelingen is het gebouw inderdaad een prachtig geheel geworden. Deels dwong Berlage dit ook gewoon af. De vloer onder het tafelkleed in de eetkamer bijvoorbeeld is niet afgewerkt waardoor het kleed op exact die plek moet blijven liggen. Ook schilderijen kun je zomaar niet verhangen.
Hubertuslegende
Het buitenverblijf voor de familie Kröller-Müller was in 1920 klaar. De stijl doet denken aan Engelse landhuizen, maar je ziet ook duidelijk kenmerken van Berlage terug. Zoals de (geglazuurde) baksteen en de toren die je veel ziet bij zijn gebouwen. De toren stelt overigens in combinatie met de twee langgerekte vleugels de vorm van een gewei met kruis voor. Want het was de wens van Helene om de Hubertuslegende in het ontwerp te verwerken. Berlage heeft deze legende, over de bekering van Hubertus die in zijn jeugd een fanatiek jager was, mooi tot uitdrukking gebracht. Zoals in de glas-in-loodramen boven de toch al bijzondere entree van het jachthuis.
In het Jachthuis kun je een rondleiding volgen door de vijf belangrijkste vertrekken: de hal, eetkamer, bibliotheek, theekamer en de kamer van Helene. Je hoort alles over de geschiedenis, de architectuur en de kunst in het Jachthuis.
In Zutphen kun je gratis binnenlopen bij de Burgerzaal; een middeleeuws gebouw dat vele bestemmingen kende. Je wordt ontvangen door vrijwilligers die je graag meer vertellen over het historische pand.
Het gebouw is achtereenvolgens vleeshuis, schepenbank (een soort stadhuis met rechtbank met gevangenis) en tot slot boterhal. En die laatste wordt in 1889 ontworpen door Jos Cuypers, architect en zoon van de beroemde Pierre Cuypers. Dankzij Cuypers junior zie je nu de geweldige handgemaakte eikenhouten kapconstructie. Neem ook een kijkje in de trouwzaal; al was het alleen maar voor de schilderijen, zoals de nep-Vermeer.
Deze charmante boekhandel in Ermelo is een echte must-see, met de prachtige houten inrichting, de piano en niet te vergeten de open haard.
Als je een rondje maakt door de winkel vallen de vele cadeauartikelen op, van sokken, tassen tot sleutelhangers. Maar boeken spelen gelukkig de hoofdrol. Het leuke pandje in chaletstijl werd in 1900 gebouwd als postkantoor met woonhuis, en werd later winkelpand. Het is nu een van de laatste oorspronkelijke winkelpanden aan de Stationsstraat in Ermelo. Riemer & Walinga zit er zo’n 75 jaar. Opa Walinga richtte de zaak destijds op en nu runnen zijn twee kleindochters de winkel. Nog een ouderwets familiebedrijf dus, ook best uniek in deze tijd.
Op de Veluwe midden tussen de bossen en heidevelden schittert een enorme, grijze kolos. Alsof je in een sf-film bent beland. Het voormalige zendstation Radio Kootwijk is een van de meest spraakmakende gebouwen van Nederland.Het is alleen te bezoeken met gids, een aanrader!
Hoofdgebouw Radio Kootwijk
Vanaf deze locatie was sinds 1923 radiocontact met Nederlands-Indië. Bewust in the middle of nowhere omdat hier maar weinig storende invloeden op het zendverkeer waren. Architect Julius Luthmann maakte het spectaculaire, betonnen gebouw in art-decostijl. En zelfs bij zo’n gevaarte is het goed om op de details te letten. Vanaf de zijkant van het gebouw zie je namelijk dat de vorm is geïnspireerd op een Egyptische sfinx. Denk bijvoorbeeld aan de sfinx van Gizeh. En boven de entree tref je twee subtiele sculpturen. De Nederlandse en Aziatische vrouw met beiden hun handen achter hun oren verwijzen naar de functie van het gebouw. Aan de achterzijde van het pand verbeeldt de adelaar de vlucht van het geluid.
In de imposante zenderzaal stond vroeger de zendapparatuur. De metershoge ramen met zicht op de heidevelden zorgen weer voor een surrealistisch beeld. Dat dachten de makers van de Amerikaanse film Mindhunters waarschijnlijk ook, want zij kozen Radio Kootwijk in 2004 als filmset. Leuk om te weten: zij lieten het plafond aanpassen om de akoestiek te verbeteren; sindsdien wordt de zenderzaal regelmatig als (piano)concertzaal gebruikt. Vanaf het balkon heb je het mooiste zicht op de ruimte. En let ook hier weer op de details. De architect maakte namelijk bewust een foutje in de vloer…want “alleen God maakt geen fouten”, aldus Luthmann.
De opkomst van satellietverbindingen in jaren 70 betekende het begin van het einde van het zendstation. Eind 1998 ging Radio Kootwijk definitief uit te lucht. Overigens is het een geluk dat het gebouw er nog staat. De Duitsers hadden het eerder, aan het eind van de Tweede Wereldoorlog, geprobeerd te slopen nadat ze het de jaren ervoor gebruikten voor de communicatie met hun onderzeeboten. Gelukkig was het Radio Kootwijk makkelijk bestand tegen de (212 meter hoge!) zendmast die ze erop lieten vallen, en kunnen we nu nog steeds van het monumentale pand genieten. Je kunt Radio Kootwijk bezoeken met een leuke rondleiding van Staatsbosbeheer. Je komt dan niet alleen in het hoofdgebouw, maar ook in de mooie watertoren, het pomphuisje en je ziet het vervallen voormalige pension, destijds het ‘tehuis voor ongehuwde ambtenaren’.
Tijdens de rondleiding van Staatsbosbeheer kom je niet alleen in het hoofdgebouw, maar breng je ook een bezoek aan de mooie watertoren en de monumentale pomphuisjes. Daar hoor je bijvoorbeeld dat de watertoren nog steeds wordt gebruikt! Namelijk door de brandweer als er een grote natuurbrand is. En je hoort natuurlijk alles over de functie van de toren in vroeger tijden. De gids neemt je daarna mee door het hoofdgebouw en vertelt je alles over de historie en architectuur van het markante pand.
Veel Hollandser dan het gebied rond Slot Loevestein wordt het niet. Het kasteel ligt tussen de Maas en de Waal, in het drassige Munnikenland. Een strategische plek voor het robuuste slot.
Bouw van het slot
Toen ridder Dirk Loef van Horne zijn kasteel wilde laten bouwen, maakte hij gelijk al handig gebruik van de strategische ligging bij de twee grote rivieren. Hij besloot namelijk om illegaal tol te heffen waardoor hij in 1361 genoeg inkomsten had om zijn kasteel te laten bouwen. Nadeel van deze manier van tolheffing? Als de graaf van Holland erachter komt, ben je je kasteel meteen weer kwijt. Het verdedigingswerk op de grens van Holland en Gelre wil de graaf natuurlijk ook gewoon zelf bezitten. Vanaf 1372 is het dan ook in grafelijke handen.
Zaaltorenkasteel
Het compacte kasteel heeft 2 hoektorens en een poorttoren. Bij kastelen heb je het bijna nooit over de bouwstijl (dit in tegenstelling tot kerken, waarbij al snel wordt gesproken over een gotische of juist romaanse kerk). Wat wel valt te zeggen is dat het bij Slot Loevestein gaat om een ‘compact zaaltorenkasteel’ met een aaneenschakeling van aan elkaar gebouwde vierkante torens en rechthoekige zalen.
Staatsgevangenis
Vanaf 1572 wordt het kasteel versterkt. In die periode is het slot in opdracht van Willem van Oranje ingenomen door de geuzen. Rondom het kasteel worden vestingwallen aangelegd en daaromheen een gracht gegraven. Binnen de vestingwallen wonen soldaten. En het kasteel blijkt heel geschikt als staatsgevangenis. Er worden geen criminelen vastgezet, maar politiek en religieus andersdenkenden (het waren andere tijden…). De bekendste gevangene was natuurlijk Hugo de Groot die in 1621 ontsnapte via een boekenkist, een list bedacht door zijn vrouw. Hierdoor kreeg ook Slot Loevestein grote bekendheid.
In het kasteel, de voorburcht en het soldatendorp kom je meer te weten over de geschiedenis van deze leuke plek. In het kasteel zijn tentoonstellingen, je kunt een kijkje in een soldatenhuisje en het museum bezoeken.
Een eeuwenoud kasteel met een glazen loopbrug, een gloednieuwe entree en een moderne wenteltrap. Kasteel Ruurlo draagt het met verve. Er huist nu een museum in waar je architectonische decors ontdekt van de schilder Carel Willink.
Carel Willink
Het gebouw kan ook nog eens vele functies aan: eerst diende het kasteel als woning van het adellijke, riddergeslacht Van Heeckeren, daarna werd het omgebouwd tot gemeentehuis en inmiddels is het museumgebouw geworden. Het museum is gewijd aan Carel Willink die wordt gezien als de belangrijkste schilder van het magisch realisme, al even bijzonder als het kasteel zelf.
Geschiedenis Kasteel Ruurlo
Kasteel Ruurlo stamt waarschijnlijk uit rond 1326, maar toen zag het er nog helemaal anders uit, want rond 1400 kwam de familie van Heeckeren in bezit van het kasteel en dat heeft het geweten. De familie wist Kasteel Ruurlo maar liefst vijf eeuwen in bezit te houden en liet het bakstenen pand behoorlijk wat gedaantewisselingen ondergaan. Er werd veel bijgebouwd – in de 17e eeuw bijvoorbeeld een extra toren aan de achterkant – en gerenoveerd. Het kasteel dat je nu ziet, stamt vooral uit de 16e en 17e eeuw. Ook de tuin heeft een flinke make-over gekregen, die ging net zo makkelijk van een 18e-eeuwse Franse, strakke tuin naar een 19e-eeuwse Engelse landschapstuin met slingerende paden, waterpartijen en heuvels. Gelukkig hadden de Van Heeckerens wel smaak, want het is een mooi geheel geworden, zeker in combinatie met de moderne details die recentelijk zijn toegevoegd.