Tag archieven: Functionalisme

Huis Sonneveld, Rotterdam

De witte, strakke villa uit 1933 werd destijds gezien als hypermodern. En sommige handige vindingen van Huis Sonneveld zou je nog steeds best in je woning willen hebben. Het huis is gebouwd voor het gezin van Albertus Sonneveld, directielid van de Van Nelle Fabriek. Het is nu een geweldige museumwoning die je kunt bezoeken met een leuke audiotour.

Architectuur Huis Sonneveld

Meneer Sonneveld laat het ontwerp van de woning maken door het architectenbureau Brinkman & Van der Vlugt. Geen gekke keuze, want zij waren net klaar met de zeer geslaagde Van Nelle Fabriek waar Sonneveld directeur van de tabaksafdeling was. Geïnspireerd door de moderne fabriek wil hij een woning in dezelfde stijl. En die stijl is het Nieuwe Bouwen waarbij het draait om het gebruik van moderne materialen als beton en staal en vooral om de behoeften van de bewoners. Zij moeten veel ruimte, frisse lucht en zonlicht krijgen. De woning heeft dan ook grote ramen met uitzicht op de tuin. Brinkman & Van der Vlugt ontwerpen overigens ook de inrichting waarbij alles  tot in het kleinste detail op elkaar wordt afgestemd. Op de ontwerptekeningen zijn zelfs de schilderijen op de wand al ingetekend.

Het meeste meubilair kwam van Gispen die net – niet geheel toevallig – ook het hoofdkantoor van de fabriek had ingericht. Veel originele Gispen meubels zijn nog te bewonderen in Huis Sonneveld, zoals de bekende fauteuils, tafels en lampen. Maar ook speciaal voor het huis ontworpen meubilair, zoals de eettafel met ingebouwd elektrisch belsysteem. De woning barst sowieso van de – voor die tijd – moderne snufjes. Het heeft een intercomsysteem, een verwarmd handdoekenrek in de badkamer, een lift om afgeleverde goederen naar boven te transporteren (nu ook best een luxe), en nog een kleiner liftje om hout uit de kelder naar boven te halen voor de open haard. Helemaal geweldig is de multifunctionele bank –  een ontwerp van Leendert van der Vlugt zelf –  die ook dient als kast, boekenplank én geluidsinstallatie. De installatie staat in verbinding met de andere kamers waardoor je overal naar de muziek kunt luisteren; streaming avant la lettre;-)

Huis Sonneveld bezoeken

Adres: Jongkindstraat 12, 3015 CG Rotterdam

Audiotour

Bij je bezoek aan Huis Sonneveld kun je een gratis audiotour volgen. Je hoort en ervaart hoe modern de familie Sonneveld in hun tijd woonde. Er is ook een speciale audiotour voor kinderen beschikbaar.

Huis Van Ravesteyn, Utrecht

Hij heeft de twijfelachtige eer om de meest gesloopte architect van Nederland te zijn. Maar het woonhuis dat Sybold van Ravesteyn voor zichzelf maakte, is gelukkig nog te bewonderen. Je kunt het museumhuis bezoeken, met leuke audiotour, en er zelfs overnachten.

Achtergrond

De gebouwen van de architect werden overigens niet gesloopt omdat ze lelijk of slecht gebouwd waren. Hij had gewoon de pech om vooral praktische gebouwen te ontwerpen die na verloop van tijd gewoon niet meer zo praktisch waren. Zoals de vele stations die hij voor de spoorwegen ontwierp. Historicus Maarten van Rossem mist het mooie station van Utrecht nog elke dag. Een uitzonderlijk gebouw dat wel bewaard is gebleven, is de Inktpot. Voor dit grootste bakstenen gebouw van Nederland maakte Van Ravesteyn de constructie (hij was oorspronkelijk ingenieur). Ook Blijdorp in Rotterdam en theater De Kunstmin in Dordrecht hebben – welverdiend – de tand des tijds doorstaan.

Architectuur Huis Van Ravesteyn

Aan de buitenkant doet Huis Van Ravesteyn uit 1932 wel een beetje denken aan een charmant stationnetje van die tijd. De architect wilde geen standaardhuis en werd met zijn ontwerp zowel geliefd als verguisd. Oorspronkelijk was de architect namelijk aanhanger van Het Nieuwe Bouwen, dus moderne gebouwen van beton, staal en glas. Maar ook: recht, strak en zonder tierelantijntjes. En dit laatste liet Van Ravesteyn duidelijk los… Geïnspireerd door een reis naar Italië werd hij namelijk liefhebber van krulligere lijnen, ronde ramen en – helemaal illustratief- vreselijk kitscherig porselein. Bij het publiek maakte dit alles hem geliefd, maar veel modernistische architecten moesten niets hebben van deze vrije, speelse bouwstijl.


Dat Sybold van Ravesteyn spoorwegarchitect was, zie je duidelijk terug aan de inrichting van de woning. Zo zit al het meubilair vast aan de muren – net als in de trein – heeft het bureau opstaande randjes zodat je pennen er niet vanaf vallen en gaat de wc-deur naar binnen open (en past maar net). De plinten, kozijnen en de trapleuning zijn zelfs gemaakt in de werkplaats van de spoorwegen. En de leuke, gele bakstenen hebben we ook te danken aan de NS. De woonkamer is een combinatie van studeerkamer, eethoek en zithoek. Zo’n grote, open ruimte was revolutionair in die tijd. En doet denken aan het huis van zijn goede vriend Gerrit Rietveld (dat in dezelfde straat staat), het Rietveld Schröderhuis. Overigens is bijna alles in Huis Van Ravesteyn nog origineel, van het servies tot de passer waarmee hij zijn gebouwen ontwierp. Want de architect wist al vrij snel dat hij zijn woning wilde achterlaten als museum.

Huis Van Ravesteyn bezoeken

Adres: Prins Hendriklaan 112, 3584 ES Utrecht

Audiotour

Je kunt tijdens je bezoek de audiotour volgen waarin je alle ins & outs te horen krijgt over de woning. Overigens kun je ook een nachtje blijven slapen in het bijzondere huis. Bekijk hiervoor de website Monument en bed Huis Van Ravesteyn.

Euromast, Rotterdam

De Euromast werd in 1960 gebouwd en meteen het hoogste bouwwerk van Rotterdam. De toren werd speciaal neergezet voor de Floriade, de internationale bloemenexpo. De Euromast is nog steeds de hoogste uitkijktoren van Nederland.

Ontwerp Euromast

‘Een uitzichttoren is absoluut noodzakelijk’, aldus de organisatoren van de Floriade in 1960. Natuurlijk als letterlijk hoogtepunt voor de internationale bloemententoonstelling, maar ook als blijvende publiekstrekker. De Euromast werd ontworpen door Huig Maaskant die je misschien kent van de Pier in Scheveningen of het Rotterdamse Groothandelsgebouw. De architect zag de Euromast als de bekroning van de Rotterdamse haven en maakte daarom verschillende verwijzingen naar de scheepvaart. Zoals de vlaggenmast bovenop de toren en het kraaiennest dat naar zee wijst. Dit ‘betonnen nest’ hangt op precies 100 meter hoogte, want zo had Maaskant onderzocht: “dat is de grens waarbij men nog contact heeft met de grond, mensen en auto’s nog herkent en zich nog in de omgeving opgenomen voelt, men zit dan ’s avonds nog tussen de lichtjes, maar daarboven gaat men erover heen kijken, in de eindeloze verte.”  

De fundering van de toren bestaat uit een blok beton van bijna 2 miljoen kilogram. Deze stevige constructie bleek goed van pas te komen toen in 1968 de nieuw geopende Medische Faculteit met 114 meter de Euromast voorbijstreefde. Slechts 2 jaar later werd namelijk simpelweg een toren bovenop de Euromast geplaatst waardoor de Rotterdamse trots met 185 meter weer de hoogste was. Daar ging de zorgvuldig uitgedachte 100 meter van Maaskant…

De naam

En waarom is het eigenlijk Euromast en niet Eurotoren? Was het vroeger misschien een zendmast of had het een andere functie? Maar nee, dit is een slimmigheidje. De term mast verwijst namelijk naar de scheepvaart en nog belangrijker: de term doet het internationaal goed. Niet alleen Nederlanders weten namelijk wat een mast is, ook Engelsen, Duitsers en Scandinaviërs. Het lijkt op het Pools (maszt), Frans (mât), Spaans (mastil ) en het heeft zelfs wat weg van het Russische matsjta en het Japanse masuto. Handig voor de internationale publiekstrekker die de Euromast moest worden, en nog steeds is.

Euromast bezoeken

Adres: Parkhaven 20, 3016 GM Rotterdam

Je kunt een ticket kopen voor het uitkijkplatform en de Euroscoop, maar er is ook een restaurant en er zijn zelfs twee hotelsuites, ingericht door Jan des Bouvrie. En voor de durfals, je kunt van de Euromast abseilen of tokkelen. 

De Lijnbaan, Rotterdam

Toegegeven, het is gewoon een winkelstraat. En niet eens een hele mooie. De straat moet het hebben van zijn geschiedenis. Bij de opening in 1953 werd de Lijnbaan internationaal gezien als werkelijk hypermodern. Het was de eerste winkelboulevard van Nederland en de eerste autovrije van Europa. 

De Lijnbaan werd gebouwd na het bombardement van 14 mei 1940 dat de binnenstad volledig had weggevaagd. Na het bombardement kwamen er zo’n 200 noodwinkeltjes. In het centrum mocht namelijk nog niet gebouwd worden, omdat er eerst een nieuw bouwplan moest komen. Toen ontstond het revolutionaire idee voor de Lijnbaan. Veel ondernemers hadden twijfels over het plan. Een autovrije winkelstraat, hoe kunnen klanten je winkel dan vinden? En dan díe naam. Op de plek van de winkelstraat zat vroeger een touwslager die zijn garen spande op een lange strook grond: een lijnbaan. Waarom een hypermodern winkelcentrum vernoemen naar dit in hun ogen nederige beroep? Ondanks deze twijfels deden toch zo’n 70 ondernemers mee aan het experiment.

In 1948 kreeg het architectenbureau Van den Broek en Bakema de opdracht het nieuwe winkelgebied te ontwerpen. Zij staan bekend om hun architectuur in de stijl van het Nieuwe Bouwen; moderne gebouwen van beton, staal en glas. Hun plan voor de winkelboulevard: een brede straat voor alleen voetgangers met aan beide kanten winkelpanden van maximaal 2 lagen hoog met grote etalages. Op de bovenste verdieping komen geen woningen (zoals in traditionele winkelstraten), want wonen en werken worden gescheiden. Dus de huizen komen achter de Lijnbaan, net als een weg voor vrachtauto’s om de winkels te bevoorraden. Destijds was er veel lof voor de moderne opzet, maar in de loop der tijd veranderde dit en ontstonden er plannen om de Lijnbaan te slopen. Maar sinds 2010 is het noordelijk deel van de Lijnbaan rijksmonument. Het icoon van de de wederopbouw en Europa’s eerste autoloze winkelstraat, blijft dus te bezichtigen.

Naar de Lijnbaan

Begin Lijnbaan: Weena-Zuid
Rotterdam

Van Nelle Fabriek, Rotterdam

Bij op de oplevering in 1931 was de Van Nelle Fabriek de modernste fabriek van Nederland.  Dankzij de gigantische glasgevel wordt het gebouw ook wel Het Glazen Paleis genoemd. Het is het belangrijkste industriële monument van ons land en staat op de Werelderfgoedlijst. Je kunt een rondleiding volgen in de unieke fabriek.

Architecten Brinkman & Van der Vlugt

De familie Van Nelle was allang niet meer in beeld toen de wereldberoemde fabriek voor koffie, thee en tabak in 1931 werd neergezet. Cees van der Leeuw was inmiddels directeur, en hij drukte een flinke stempel op het ontwerp van de Van Nelle Fabriek. Cees van der Leeuw was geen doorsnee directeur. Hij interesseerde zich voor spiritualiteit (theosofisme) en kunst en was liever kunstschilder geworden. En hij had oog voor talent. Zo nam hij de architect Michiel Brinkman in de arm. Michiel Brinkman had de eerste schetsen al klaar toen hij plotseling overleed in 1925. Zijn zoon, Jan, stopte met zijn studie aan de Technische Hogeschool Delft en nam het werk van zijn vader over. Maar Van Der Leeuw wilde ook een ervaren architect en haalde Leendert van der Vlugt erbij. En zo ontstond Brinkman & Van der Vlugt.

Gebouw Van Nelle Fabriek

Het gebouw is ontworpen in de stijl van het functionalisme (in Nederland ook wel het Nieuwe Bouwen genoemd). Belangrijkste uitgangspunt: vorm volgt functie. Dus eerst werd -werkelijk tot in detail- het productieproces in kaart gebracht. Pas daarna werd bekeken hoe het gebouw het beste vormgegeven kon worden. Natuurlijk volgens de andere belangrijke principes: licht, lucht en ruimte. Zo kreeg het gebouw een stalen pui met veel glas (overigens gemaakt door F.W. Braat, zie het artikel over Bacinol 2). Het wordt ook wel het ‘Glazen Paleis’ genoemd. Het pand bestond uit drie aaneengeschakelde fabrieken voor koffie, thee en tabak. Elke verdieping was bedoeld voor één stap uit het verwerkingsproces: zeven voor tabak, vijf voor koffie en drie voor thee. De karakteristieke bruggen verbonden de fabriek met de pakhuizen. De  bruggen waren overigens niet bedoeld voor mensen, maar om producten die aan een rails hingen droog over te brengen. Bovenop de fabriek kwam een theehuis, om bezoekers te ontvangen. Dat bedacht Van der Leeuw toen hij tijdens de bouw het mooie uitzicht opmerkte. De directie kreeg een apart kantoor. Halfrond, in tegenstelling tot de rest van het gebouw. Het management kon zo precies zien wat er op het terrein gebeurde. Gispen mocht de directievleugel inrichten.

Inrichting fabriek

Je ziet door het hele gebouw ‘paddenstoelkolommen’ van gewapend beton. Die kolommen zorgden ervoor dat de gevel niet dragend was (en dus uit glas kon bestaan) en dat er geen balken nodig waren. Licht en ruimte dus. Verder had elke kolom bevestigingsrails, zodat je makkelijk iets kon ophangen. Uniformiteit en standaardisatie stonden ook hoog aangeschreven. Niet alleen had Cees van der Leeuw oog voor talent, maar ook voor zijn medewerkers. Hij bracht extra ideeën in voor een lichte en ruime omgeving. Zo wilde hij in de glazen wanden geen horizontale spijlen op ooghoogte, want die zouden het uitzicht maar belemmeren en mensen een opgesloten gevoel geven. Ook zorgde hij voor grote sanitaire ruimtes in de fabriek. De arbeiders hadden vaak slechte woonomstandigheden en konden zich hier wassen voor het werk. Dit was overigens niet alleen belangrijk voor het welzijn van zijn medewerkers. Hygiëne was noodzakelijk voor de productie. Verder opvallend: er waren iets meer vrouwen dan mannen in dienst en om afleiding te voorkomen, waren er aparte werkvloeren én trappen voor mannen en vrouwen. De trappenhuizen in de Van Nelle Fabriek zijn opvallend mooi. Het beroemde Rotterdamse bedrijf Gispen ontwierp het chroomwerk, zoals de de trapleuningen.

Van Nelle Fabriek bezoeken

Adres: Van Nelleweg 1, 3044 BC Rotterdam

Rondleiding

Je komt alles te weten over deze unieke fabriek via de rondleiding met een gids van UrbanGuides.

Derde ambachtsschool, Den Haag

In een zijstraatje in Scheveningen vind je de Derde Ambachtsschool, een topmonument ontworpen door de bekende architect Jan Duiker. 

Geschiedenis

In de 19e eeuw gaan particulieren zelf scholen oprichten voor technisch praktijkonderwijs. Simpelweg omdat daar behoefte aan is . Dat klopte inderdaad, na de opening van de eerste in 1873 groeit het aantal ambachtsscholen snel. In 1931 wordt de derde  geopend:  de Derde Ambachtsschool met 21 leslokalen.

Architectuur

Het ontwerp van de Derde Ambachtsschool komt van Jan Duiker, een belangrijk architect van het Nieuwe Bouwen. In deze stroming staat functionaliteit voorop. Architecten gebruiken glas, beton en staal en doen niet aan versieringen. En ze willen veel licht, lucht en ruimte in een gebouw voor een gezonde leefomgeving. Het gebouw in Scheveningen valt dan ook op door zijn mooie lichtinval. Dankzij het betonnen skelet van het gebouw is het mogelijk grote vlakken met  glas te plaatsen. De gevels krijgen een aluminiumkleur. Hierdoor schitteren ze in de zon en zijn ze mat in de schaduw. Wat je verder zal opvallen, is de scheepsbrugachtige voorzijde van het gebouw.

Derde Ambachtsschool bezichtigen

Adres: Zwaardstraat 14, 2584 TX Den Haag

Het gebouw is alleen van buiten te bezichtigen. Soms wordt het gebouw opengesteld voor publiek op Open Monumentendag

Bacinol 2, Delft

Dit stoere gebouw uit 1932 is nu een culturele en culinaire hotspot: Bacinol 2. De naam Bacinol dankt het gebouw aan geheime experimenten tijdens de Tweede Wereldoorlog.

Ontwerp Bacinol 2

In dit gebouw zat het hoofdkantoor van de Koninklijke Fabriek F.W. Braat. Vooral bekend door zijn stalen kozijnen. Bacinol 2 werd ontworpen door Jan de Bie Leuveling Tjeenk, in de stijl van het Nieuwe Bouwen. Het bestaat uit gewapend beton, gele bakstenen en -uiteraard- stalen vensters van Braat zelf. Dit visitekaartje van het bedrijf wilde de architect duidelijk laten terugkomen. Er is zelfs geen enkel stukje hout toegepast in het gebouw. In het trappenhuis zit een stalen lift met een zeldzame (en nu verboden) open ombouw. Maar de echte blikvanger is het gigantische glas-in-lood raam dat over de volle hoogte is aangebracht. Het glas-in-lood raam werd ontworpen door de Hongaarse kunstenaar Vilmos Huszár. Hij is het meest onbekende lid van kunststroming De Stijl. Sterker nog, hij was een van de oprichters en werkte dus nauw samen met onder andere Piet Mondriaan en Theo van Doesburg. Maar niet lang na de oprichting maakte de kunstenaar zich los van De Stijl en ging zijn eigen weg.

De naam Bacinol

Bacinol 2 suggereert een Bacinol 1. Dat klopt, maar dat gebouw (dat hoorde bij Koninklijke Gist- en Spiritusfabriek) moest in 2009 wijken voor de spoortunnel van het nieuwe station Delft. De naam Bacinol dankt het gebouw overigens aan geheime experimenten tijdens de Tweede Wereldoorlog. In het gebouw deden ze proeven met -toen net uitgevonden- penicilline. Ze wilden niet dat de Duitsers gebruik konden maken van het medicijn, dus produceerden ze onder de codenaam Bacinol.

Bacinol 2 bezoeken

Adres: Hooikade 13 2627 AB Delft

Het restaurant Huszár organiseert op Open Monumentendag vaak rondleidingen door het gebouw. Leuk weetje: het restaurant is vernoemd naar de kunstenaar van het glas-in-lood werk. Leuke bijkomstigheid was dat de grootvader van het familiebedrijf vroeger huzaar (soldaat te paard) bleek te zijn. Zijn megafoto is verwerkt in de glazen wand in het café.