De Kaerskorf uit 1598 ziet er typisch Hollandse renaissance uit. Maar had in de 19e eeuw nog een hele andere aanblik. In het prachtige gebouw zit nu een antiekwinkeltje.
Terug naar de renaissance
In 1598 kreeg een kruikenbakker toestemming om De Kaerskorf te bouwen. Het werd een prachtig gebouw in renaissancestijl, met kenmerkende trapgevel en kruisvensters. Een paar eeuwen later, in 1839, kocht een timmerman het gebouw (voor 810 gulden). Hij koos ervoor het pand te moderniseren naar 19e-eeuwse mode… Het kreeg een lijstgevel met schuifvensters en weg was de 16e-eeuwse renaissancestijl! In 1965 restaureerden architechten Kooreman en Raue het gebouw in de oorspronkelijke 16e-eeuwse stijl. Dit dankzij de Vereniging Hendrick de Keyser die het inmiddels in bezit had. De reconstructie was mogelijk dankzij de aangetroffen bouwsporen in het pand en een tekening uit 1836 van het originele gebouw.
Naar De Kaerskorf
Adres: Markt 2, 2611 GT Delft
Met het stadhuis van Leiden is iets bijzonders aan de hand. Alleen de voorgevel is namelijk bewaard gebleven – overigens met zijn 86 meter wel gelijk de langste renaissancegevel van Nederland! De rest van het gebouw brandde in 1929 compleet af.
Na de brand werd achter de 16e-eeuwse gevel een nieuw stadhuis gemaakt. De inrichting kreeg een duidelijk thema: marmer. De vloeren, muren, pilaren….van marmer dus. Wat je ook zal opvallen, zijn de werken die de beroemde M.C. Escher maakte voor het gemeentehuis. Zoals de prachtige vloer in de raadzaal en de bijzondere klok. De 16e-eeuwse gevel werd ontworpen door Lieven de Key. Je ziet een imposante bordestrap voor de ingang, drie topgevels en tal van decoraties. Bijvoorbeeld twee beelden die de Tijd en de Eeuwigheid voorstellen.
Stadhuis Leiden bezichtigen
Adres: Stadhuisplein 1, 2311 EJ Leiden
Op Open Monumentendag kun je een leuke rondleiding volgen door het gebouw waarbij je meer hoort over de geschiedenis van het stadhuis en van Leiden.
Franeker was in de 16e eeuw een welvarend plaatsje en daarom wilde het stadsbestuur een prestigieus stadhuis. Dat is gelukt, want zijn roem reikte uiteindelijk tot in Amerika! In Brookline staat namelijk een kopie van het gebouw, aan de ‘Netherlands Road’.
Bouwmeester Pieter Augustinusz Ens en steenhouwer Claes Jelles ontwierpen het gebouw uit 1594 in de stijl die toen in de mode was, de renaissance. Met een kenmerkende trapgevel, en lagen natuursteen (speklagen) die het gebouw een levendige uitstraling geven. Hoog boven die ingang zie je Vrouwe Justitia op een draagsteen, er zat vroeger namelijk ook een rechtbank in het stadhuis. Door het raam werd het vonnis uitgeroepen aan het volk; de straf was meestal een paar dagen aan de schandpaal die vlak voor het stadhuis stond. De zijvleugel van het gebouw ziet er overigens heel anders uit, omdat die pas in 1760 werd toegevoegd in strakke, statige Lodewijk XV-stijl. Het stadhuis van Franeker staat in de Top 100 van Nederlandse monumenten.
Naar stadhuis Franeker
Adres: Raadhuisplein 1, 8801 KX Franeker
Het Oude Stadhuis in Den Haag valt totaal niet op. Dat komt omdat het – als een van de weinige stadhuizen – niet aan een plein ligt. Zonde, want het heeft een prachtige voorgevel, geïnspireerd op het stadhuis in Antwerpen. Het Oude Stadhuis uit 1565 is nu in gebruik als trouwlocatie.
Leuk zijn de rode luiken en de beelden die de renaissancegevel sieren. Wie de bouwmeester was, is tot op heden een raadsel. Het gebouw kreeg in 1733 nog een zijvleugel, die al helemaal niet opvalt. En die werd ontworpen door een beroemd architect, namelijk Daniël Marot. Hij introduceerde de Franse Lodewijk XIV-stijl in Nederland: een statige en symmetrische stijl. Je zou haast denken dat het om een compleet ander gebouw gaat.
Oude Stadhuis bezoeken
Adres: Dagelijkse Groenmarkt 1, 2513 AL Den Haag
Een onopvallend houten deurtje in de enorme Walburgiskerk brengt je naar de Librije, de enige nog originele kettingbibliotheek van Nederland. Je kunt de Librije alleen bezoeken met een gids; die neemt je enthousiast mee in de geschiedenis van deze leeszaal uit 1564.
In één stap ben je terug in de 16e eeuw. Het historische plafond met kruisgewelven, de versierde pilaren en de authentieke houten leestafels (lectrijnen) vormen samen een historisch plaatje. En je ziet de enorme bruinleren boeken aan kettingen liggen, precies zoals dit eeuwen geleden gebeurde om diefstal te voorkomen. Gelukkig maar, want in de kettingbibliotheek zijn nu bijzondere exemplaren te vinden. Zoals de eerste druk van het boek van Copernicus over het heelal. Of de middeleeuwse boeken die stammen uit de tijd dat de boekdrukkunst nog maar net was uitgevonden (de incunabelen).
Bijzonder zijn ook de afbeeldingen aan de zijkant van de oudste lectrijnen, gemaakt door Wilhelm de Beeldensnyder (what’s in a name). En, ook van zijn hand, de pilaren waarop vele leuke afbeeldingen staan. Ook origineel zijn de vloertegels met hier en daar nog wat afdrukken, bijvoorbeeld van kleine hondenpootjes. Of…zijn ze van de duivel? Over deze legende zal de gids je meer vertellen. En als laatste tip: probeer op een dag te gaan waarop de zon schijnt, de zachte lichtstralen die door de kerkramen schijnen, maken het prachtige plaatje helemaal af.
De Librije bezoeken
Adres: Kerkhof 3, 7201 DM Zutphen
Geïnspireerd geraakt? In Italië kun je naar de enige andere originele kettingbibliotheek van Europa, de Biblioteca Malatestiana in Cesena.
Het Houten Huys stond lang bekend als het oudste huis van Amsterdam. Maar toen werden twee ontdekkingen gedaan…
Bouwjaar Houten Huys
Men dacht altijd dat het huis vlak na de grote stadsbrand van 1452 werd gebouwd, totdat experts besloten nader onderzoek te doen. Dankzij de jaarringen in het hout kwamen zij erachter dat de woning bijna een eeuw later is neergezet, namelijk in 1528. Daarmee raakte het Houten Huys gelijk zijn eerste plek kwijt. Want in 2012 deed een bouwinspecteur nog een andere bijzondere vondst. In een huis aan de Warmoesstraat, een van de oudste straten van Amsterdam, ontdekte hij bij toeval een houtskelet uit de late middeleeuwen. Jaarringenonderzoek op het hout bood weer uitkomst, het kwam uit 1485! Daarmee werd het pardoes het oudste huis van Amsterdam. Helaas is daar meer niets van te zien, omdat de woning in 1800 een nieuwe voorgevel kreeg.
Meer houten gebouwen in Amsterdam
Als je een kijkje wilt nemen bij deze eeuwenoude huizen, raad ik aan om bij het Houten Huys te beginnen. De woning heeft echt nog een middeleeuwse uitstraling en staat in het charmante Begijnhofje, een goed bewaard geheim midden in het centrum van Amsterdam. Aanrader is om daarna via de Warmoesstraat 90 (het echt oudste huis) naar de Zeedijk te lopen. Op nummer 1 zie je namelijk het enige andere houten gebouw in de stad, Café In ’t Aepjen. Het verhaal gaat dat daar de bekende uitdrukking ‘in de aap gelogeerd’ is ontstaan. Of dat waar is, lees je in het leuke artikel In de aap gelogeerd zijn van Historiek. En als je toch op pad bent is ook de Oude Kerk een bezoek waard, dat is namelijk het oudste gebouw van de stad.
Houten Huys bezichtigen
Adres: Begijnhof 34, 1012 WV Amsterdam
Dit stadspaleis was bedoeld voor paus Adrianus VI; de enige Nederlandse paus ooit. Hij liet zijn huis in 1517 bouwen, maar heeft er zelf uiteindelijk nooit gewoond. Je kunt een leuke rondleiding met gids volgen door het gebouw.
Over de paus
De Utrechtse Adriaan Florisz Boeyens was hoogleraar theologie aan de universiteit van Leuven en wilde zich hier in alle rust aan wijden. Maar dat liep even anders. Hij werd namelijk benoemd als leermeester van een ambitieuze 7-jarige leerling, de latere Karel V! In 1515 vroeg de keizer of Adrianus bisschop wilde worden in Spanje. Adrianus klom steeds hoger op de maatschappelijke ladder en werd in 1522 geheel onverwacht benoemd tot paus en vertrok met tegenzin vertrok naar Rome. Maar de Romeinen waren niet blij met de paus, want Adrianus hield niet van drank en lekker eten – alles waar een goede paus aan moet voldoen – en hij wilde ook nog eens gaan hervormen (vanwege de beschuldigingen tegen de kerk van Maarten Luther). Na anderhalf jaar paus te zijn geweest, stierf Adrianus in Rome. Tot zijn grote verdriet heeft hij zijn stadspaleis dus nooit bewoond of zelfs maar gezien. Pas na zijn dood hebben de Utrechters het ‘Paushuize’ genoemd.
Architectuur Paushuize
Paushuize is een renaissancehuis met gotische invloeden. De levendige uitstraling dankt het aan de rode bakstenen afgewisseld met lichte speklagen van natuursteen. Op de hoek heeft Paushuize een trapgevel, met kleine torentjes op de treden. Daaronder zie je een levensgroot beeld van Christus Salvator met wereldbol. Twee engeltjes houden het wapen van Adrianus vast. Paushuize heeft ook een mooi poortgebouw, met een iets andere kleur omdat het pas in 1633 werd toegevoegd. De poort leidt naar de mooie binnentuin waar je twee wachthuisjes ziet. Die stonden vanaf eind 19e eeuw voor de poort (waarschijnlijk onbemand, dus vooral symbolisch). Na de dood van Adrianus kreeg het gebouw namelijk vele bestemmingen. Het kwam in handen van de adel en de Franse bezetters, veranderde in hotel, werd ambtswoning en later provinciehuis.
De prachtige salons hebben nog helemaal de sfeer van een paleis. Absolute blikvanger is de spiegelzaal. Die werd in 1830 toegevoegd als vergaderzaal voor Provinciale Staten. Een paar jaar kreeg de zaal bijzondere muurschilderingen in neo-pompeïsche stijl, dus gebaseerd op de gevonden fresco’s in Pompeï. In 1954 bedacht iemand dat het een witte zaal met spiegels moest worden: de spiegelzaal. Maar gelukkig werd de zaal in 2009 gerestaureerd, waarbij de muurschilderijen in oorspronkelijke staat werden teruggebracht. Die waren dus gelukkig bewaard gebleven…Het is nu de enige zaal in Nederland in neo-pompeïsche stijl. Ook werd een muurschildering ontdekt van een jonge koningin Wilhelmina met lang haar. Die is ook weer te bewonderen. Het prachtige cassetteplafond maakt de zaal af.
Paushuize bezoeken
Adres: Kromme Nieuwegracht 49, 3512 HE Utrecht
Rondleiding
Elke laatste zondag van de maand kun je om 11.00 een gratis rondleiding volgen door Paushuize. Je komt natuurlijk in de mooie spiegelzaal, maar ook in de heren- en damessalon, je ziet waar de keuken vroeger zat, en je hoort leuke verhalen over de kunst in het stadspaleis (met Utrechts én Italiaans tintje). Tijdens Open Monumentendag kun je het gebouw ook gratis bezichtigen.
In 1914 werd een compleet nieuw boothuis vastgemaakt aan een 16e-eeuwse toren. Het ontwerp kwam van Han van Meegeren, later beroemd als meestervervalser van Vermeer. En ook hier is echt niet van nep te onderscheiden.
Gebouw De Delftsche Sport
Bij de oprichting in 1885 zat de roeivereniging in een houten loods vlakbij de Gist- en Spiritusfabriek. In dit schuitenhuis waren geen kleedkamers, douches en er was zelfs geen toilet. Dus toen het aantal leden groeide, ging de vereniging op zoek naar een ander clubgebouw. En kwam op het idee om de -toen sterk vervallen- Sint-Huybrechtstoren van de gemeente te kopen. Han van Meegeren maakte een clubgebouw van de 16-eeuwse toren (in de 16e eeuw liet de gemeente Delft maar liefst 22 torens in de stadswallen bouwen, als uitzichtpunt of voor de opslag van wapens). Van Meegeren was destijds student Bouwkunde in Delft en al een paar jaar lid van de roeivereniging. Hij knapte de toren op, waarbij de verdwenen bovenste verdieping werd gereconstrueerd en vensters werden aangebracht. En hij ontwierp het neoromantische boothuis dat aan de toren vast kwam te liggen. Ook hier is echt en nep niet van elkaar te onderscheiden. Het boothuis zou zo uit de 16e eeuw kunnen komen.
Nieuwe vleugel
In de jaren 90 dreigde het hele gebouw vanwege de toegenomen scheepvaart langzaam in de Schie weg te zakken. Het clubgebouw was nodig aan herstel toe en bovendien (weer) te krap geworden door het groeiend aantal leden. In 2005-2006 werd het gebouw gerenoveerd en kreeg het een nieuwe transparante vleugel met douches en kleedkamers. Daar bovenop een dakterras met mooi uitzicht over de Schie.
De Delftsche Sport (DDS) bezichtigen
Adres: Oostplantsoen 140, 2611 WN Delft
Het gebouw is alleen van binnen te bekijken op Open Monumentendag.
Het Gemeenlandshuis uit begin 1500 is het oudste woonhuis van Delft. Zoals je ziet, was de eigenaar nogal rijk. Dit was te danken aan de grote bierproductie in de stad, want hij inde daar een soort belasting op. De versieringen op het gebouw verwijzen hier nog naar.
Geschiedenis Gemeenlandshuis
Destijds dronken mensen bier als water, simpelweg omdat het water te vervuild was. Jan de Huyter was pachter van hop (inde een soort belasting) en vergaarde zo een fortuin. Daarmee kon hij dit gigantische huis bouwen; de hopbelletjes op het ‘Huyterhuis’ herinneren hier nog aan. Verder kreeg het gotische huis een hoge trapgevel die bedoeld was als uitkijktoren; een absoluut statussymbool voor De Huyter. De prachtige wapens boven de toegangsdeur werden in 1645 aangebracht toen het Hoogheemraadschap van Delfland het gebouw kocht; vanaf dan het ‘Gemeenlandshuis’ genoemd. De wapens werden ontworpen door de beroemde architect Pieter Post. En let ook op de mooie vergulde zeemeerman als windvaan op het torentje. Helemaal geweldig is het riddertje naast de toegangsdeur. Die noem ik even apart, want die wordt vaak over het hoofd gezien. De oorspronkelijke dakruiter ontdekten archeologen tijdens de restauratie van 1988.
Bewoners en gasten
Het huis heeft opvallende bewoners en gasten gehad. Toen Karel V in 1541 Delft bezocht, logeerde hij in dit huis bij Jan de Huyter. De Huyter had namelijk goede relaties met het hof. Later werd het huis bewoond door Maria van Nassau, een dochter van Willem van Oranje. Maria en haar man Philips van Hohenlohe hadden maar liefst zesentwintig man personeel in dienst. Het huis werd in die tijd de Hof van den Grave van Hohenlohe genoemd.
Naar het Gemeenlandshuis
Adres: Oude Delft 167, 2611 HB Delft
Het Gemeenlandshuis is alleen tijdens Open Monumentendag Delft van binnen te bewonderen. De medewerkers van het Hoogheemraadschap organiseren elk jaar een leuk schouwspel.