De renaissance ontstaat in Italië. Bij deze bouwstijl wordt teruggegrepen op de klassieke bouwkunst van de Grieken en Romeinen. Nederlandse bouwmeesters gebruiken eerst voor al renaissanceversieringen op hun nog gotische gebouwen.
Kenmerken vroege renaissance
Nadat de renaissance rond 1420 in Italië opkomt, blijft Nederland nog even achter. Hier komt de renaissance maar langzaam op gang. Vanaf 1530 gaan Nederlandse bouwmeesters renaissance versieringen aanbrengen op nog veelal gotische gebouwen. Wat ze ontlenen aan de Romeinse bouwkunst zijn de frontons (driehoekige bekroningen van een deur, raam of topgevel) en de zuilen. Zoals de forse, simpele Dorische zuil, de Ionische zuil met krulvormige versieringen en de nog slankere, rijkversierde Korinthische zuil.
Kenmerken late renaissance
De late renaissance loopt van ongeveer 1565 tot 1630. De renaissance motieven worden verder aangepast aan de Nederlandse traditionele bouwwijze. De bakstenen gevels krijgen lagen natuursteen. En in die periode heb je veel trapgevels en topgevels, met rijke versieringen. Bijvoorbeeld met festoenen of guirlandes (versieringen in de vorm van een slinger met fruit of planten). De late renaissance wordt ook wel maniërisme genoemd.
Nederlandse architectuur in renaissancestijl
De beroemde Hendrick de Keyser ontwerpt het stadhuis van Delft. En het stadhuis in Leiden met de langste renaissancegevel van Nederland is van Lieven de Keij. Bekijk de gebouwen in renaissancestijl op deze site.