Pierre Cuypers

Veel mensen kennen Pierre Cuypers van het Rijksmuseum en Centraal Station in Amsterdam, maar hij bouwde en restaureerde ook honderden kerken en andere monumentale gebouwen. De 19e-eeuwse architect staat bekend om zijn romantische, middeleeuwse (neogotische) stijl.

Over de architect

De Roermondse Pierre werd geboren in 1827 en kwam al vroeg in aanraking met kunst. Op 17-jarige leeftijd vertrok hij naar Antwerpen om architectuur te studeren en was een excellente leerling. Cuypers werd in 1851 stadsarchitect van Roermond, maar vertrok een paar jaar later naar Amsterdam na ophef over zijn restauratie van de Munsterkerk die hij onherkenbaar had veranderd. De architect had namelijk een nogal eigenzinnige manier van restaureren, hij veranderde het uiterlijk van een gebouw namelijk compleet als het daarmee voldeed aan het (romantische ideaalbeeld van de) de oorspronkelijke stijl of bouwers, waardoor de lijn tussen restauratie en nieuwbouw behoorlijk dun werd. Toch kreeg Cuypers talloze opdrachten door heel Nederland. Op latere leeftijd liet de architect steeds meer werk over aan zijn zoon, Jos. Pierre Cuypers overleed op 93-jarige leeftijd in Roermond waar je zijn standbeeld kunt bewonderen en het museum in zijn voormalige woonhuis en atelier, het Cuypershuis.

Gebouwen van Pierre Cuypers

Naast het Rijksmuseum en het Centraal Station in Amsterdam, is Kasteel de Haar een beroemde parel. Zelf was hij heel trots op de Vondelkerk. Andere beroemde kerken zijn onder andere de St. Bonifatius in Leeuwarden en de Sint-Vituskerk in Hilversum. En – van geheel andere orde – de kerk in Oudenbosch, naar ontwerp van de Sint Pieter in Rome.

Kenmerken

De bouwstijl van Cuypers is te omschrijven als romantische neogotiek. Hij liet zich inspireren door de middeleeuwse gotische bouwkunst, met hoge torens, gewelven, pinakels en vele decoraties. En Cuypers zag zichzelf als totaalkunstenaar; hij ontwierp niet alleen het gebouw maar ook het interieur, van meubels, kroonluchters, balustrades tot deurknoppen. En bijvoorbeeld altaren, banken en preekstoelen voor zijn kerken. Als bouwmeester wilde hij totale regie hebben over zijn ‘Gesamtkunstwerke’.

Waardering

Cuypers werd vereerd en verketterd. Protestante tijdgenoten vonden zijn werk te middeleeuws, lees: te katholiek. Ook zorgde zijn rigoureuze manier van restaureren voor menig conflict en kritiek. Overigens bleef hij daar zelf volledig stoïcijns onder en ging door met het uitvoeren van zijn visie. En uiteindelijk met succes, want tegenwoordig wordt zijn werk zeer gewaardeerd.