Daniel Marot

De Franse Daniël Marot was een culturele duizendpoot. Hij ontwierp gebouwen, tuinen, meubels  en ga zo maar door. Beroemd werd hij door Paleis ’t Loo, Paleis Kneuterdijk en de Trêveszaal op het Binnenhof. En door de introductie van de statige 18e-eeuwse Lodewijk XIV-stijl in Nederland.

Over de architect

Daniël Marot zag het levenslicht in Parijs, in 1661. Als prenttekenaar van het Franse Hof was hij vanaf zijn 16e hard op weg om in de voetsporen te treden van zijn vader die hofarchitect was. Maar Lodewijk XIV gooide roet in het eten, want in 1686 beperkte de koning de vrijheden van protestanten waardoor Marot – zoals vele Hugenoten – naar Nederland emigreerde. Ironisch genoeg vluchtte de architect voor de godsdienstpolitiek van Lodewijk XIV, maar werd hier de grote propagandist van de Lodewijk XIV-stijl.  Hij trok daarmee al snel de aandacht van stadhouder-koning Willem III en werd zo uiteindelijk toch nog hofarchitect, zij het in Nederland. Marot woonde onder andere in Amsterdam, Londen en Den Haag. Van 1720 tot aan zijn dood in 1752 woonde hij aan het Haagse Noordeinde 164 waar de keuken en tuin tot op de dag van vandaag bewaard zijn gebleven.

Gebouwen van Marot

Belangrijke werken zijn bijvoorbeeld Paleis Kneuterdijk, de tuinen van Paleis Het Loo, de Trêveszaal, het interieur van Slot Zeist en de tuinen van kasteel Rosendeal en Heemstede.

De Lodewijk XV-stijl is te omschrijven als: statig, symmetrisch en decoratief. Gebouwen in deze stijl hebben vaak grote schuifvensters (onderverdeeld in vele ruitjes), een bepleisterde gevel met stucwerk, grote en zware ornamenten die de portalen en daklijsten sieren en een balustrade.

Waardering

Marot was destijds vooral bij de Haagse elite ontzettend gevierd. Daarom zie je ook veel stadspaleizen van zijn hand in de hofstad. Vooral voor Paleis Kneuterdijk – oorspronkelijk gebouwd als woonhuis – kreeg hij veel lof: ‘Een zeer prachtig en bijna koninglijk gebouw, waarvan in gansch Holland geen wedergâ gevonden werd’. Daniël Marot staat nog altijd in hoog aanzien om zijn bijdrage aan kunst en architectuur.