Jacob van Campen

Wereldfaam verwierf Jacob van Campen met het Paleis op de Dam, het grootste en meest prestigieuze gebouw uit de 17e eeuw. Voor zijn ontwerpen nam de architect de klassieke bouwkunst van de Grieken en Romeinen als voorbeeld.

Over de architect

Voor het geld hoefde de Haarlemse Jacob van Campen het niet te doen; hij werd in 1596 geboren in een zeer welgestelde familie. De jonge Jacob ging als tijdverdrijf schilderen en was zo getalenteerd dat hij werd toegelaten tot het Sint-Lucasgilde. Vanaf z’n 20e verbleef hij een tijd in Italië om zich te verdiepen in schilderkunst en architectuur. Daar raakte geïnspireerd door de beroemde Andrea Palladio. Terug in Nederland combineerde hij de Italiaanse bouwstijl met de hier gebruikelijke baksteenbouw, en op die manier ontstond het Hollands classicisme. Van Campen wordt dan ook gezien als de grootmeester van deze stijl. Na een lange loopbaan overleed Jacob van Campen in 1657 in Huis Randenbroek dat hij had geërfd.

Gebouwen Jacob van Campen

Van Campen was selectief bij het aannemen van opdrachten. Hij ontwierp bijvoorbeeld het inmiddels wereldberoemde Paleis op de Dam, oorspronkelijk als stadhuis voor de stad Amsterdam. Ook tekende hij voor Paleis Noordeinde en het Mauritshuis (gemaakt in samenwerking met Pieter Post). En de Nieuwe Kerk in Haarlem en Hofwijck in Voorburg zijn van zijn hand.

Waardering

Het Hollands classicisme vond snel navolging. Zo ontwierp de architect Philips Vingboons Amsterdamse grachtenhuizen in de stijl. Zijn broer Justus Vingboons ontwierp het Trippenhuis – bijna een kopie van het Paleis op de Dam – voor de gebroeders en wapenhandelaars Trip. Ook in Stockholm zie je de 17e-eeuwse stijl terug, namelijk bij een stadspaleis van de naar Zweden geëmigreerde Louis de Geer, toevallig ook wapenhandelaar. Zijn huis is tegenwoordig in gebruik door de Nederlandse ambassade.

Ontdek bijzondere gebouwen