Het 17-eeuwse Trippenhuis staat bekend als het breedste grachtenhuis in Amsterdam. Op het gebouw zie je talloze verwijzingen naar de eerste eigenaren, twee rijke wapenhandelaren.
Geschiedenis Trippenhuis
Het Trippenhuis uit 1662 is vernoemd naar de eerste bewoners, de broers Louys en Hendrik Trip. De gebroeders Trip waren ambitieuze wapenhandelaren die hun rijkdom wilden tonen door dit gigantische stadspaleis neer te zetten. Oorspronkelijk zaten achter de brede gevel twee huizen. Waarschijnlijk hebben de broers geloot om te bepalen wie links en wie rechts ging wonen. De familie Trip wilde het stadhuis op de Dam (het latere Paleis op de Dam) overtreffen. Het Trippenhuis heeft ook dezelfde bouwstijl: het Hollands classicisme. Bij deze stijl worden Grieken en Romeinen als voorbeeld genomen. Je ziet dit bijvoorbeeld aan het driehoekige fronton in het midden, dat doet denken aan een tempel. De architect was Justus Vingboons die de broer was van (de veel bekendere) Philips Vingboons.
Architectuur Trippenhuis
Het Trippenhuis barst van de verwijzingen naar het beroep van wapenhandelaar. De broers waren namelijk heel trots op hun werk. Ze zagen zichzelf niet als oorlogsmakers, maar als vredestichters. Want, uit oorlog komt vrede voort: ex bello pax. Zo zie je op het dak twee schoorstenen in de vorm van kanonnen. En op de voorgevel is het familiewapen te zien, omgeven door kanonnen en kogels. Olijf- en palmtakken symboliseren de vrede. In 1812 gaf koning Lodewijk Napoleon het Trippenhuis een nieuwe bestemming. Het door hem opgerichte wetenschappelijk instituut (de voorloper van de KNAW) trok in het gebouw. Ook het Vaderlands Museum voor Schilderijen en het Prentenkabinet (het huidige Rijksmuseum) kwam er te zitten. Vincent van Gogh bezocht het museum geregeld. In 1885 werd het huidige Rijksmuseum aan het Museumplein geopend. Toen werd de hele collectie daar ondergebracht.
Het kleine Trippenhuis
Tegenover het brede stadspaleis staat ‘het kleine Trippenhuis’. Hierover bestaat een bijzondere legende… De koetsier van familie Trip kwam regelmatig met zijn verloofde kijken naar het stadspaleis in aanbouw. Een keer verzuchtte hij: “Ach, ik zou al gelukkig zijn met een huis dat zo breed is als de voordeur van mijn meester”. De heer Trip hoorde dat en zorgde ervoor dat zijn koetsier zo’n huis kreeg. Maar of het waar is? Wat wel klopt: beide voordeuren van het stadspaleis zijn ieder bijna even breed als het kleine Trippenhuis.

Het Trippenhuis bezichtigen
Adres: Kloveniersburgwal 29, 1011 JV Amsterdam
Het gebouw is alleen van buiten te bezichtigen. Op Open Monumentendag is het soms van binnen te bekijken.